Met GLMC 6 Bodem minimaal bedekken bescherm je de bodem en zorg je dat de nutriënten in de bodem blijven. Er zijn specifieke seizoensgebonden regels waaraan je daarbij moet voldoen.
GLMC 6 in de zomer
Met deze GLMC blijft de verplichting bestaan om in het groeiseizoen een gewas te telen. Op een perceel dat uit productie is genomen, moet een groenbemester gezaaid worden. Het bedrijf moet een groenbemester uiterlijk 31 mei inzaaien en tot minimaal 31 augustus in stand houden.
In plaats van inzaaien met een groenbemester wordt het ook toegestaan dat de bodem wordt bedekt met gewasresten of spontane opkomst.
In de herfst en winter
- Op bedrijfsniveau moet minimaal 80% van het bouwland op kleigrond minimaal 8 weken een bodembedekking hebben in de periode van 1 augustus t/m 30 november. De bedekking kan bestaan uit een gewas, vanggewas, stoppels, mulchen, plantenresten of groenbemester.
- Vanaf 16 september tot 1 februari mag u grasland of blijvende teelt niet vernietigen. Er zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld als u na het vernietigen bloembollen teelt. Ook geldt dit verbod niet meer voor kwekerijen en boomteelt.
- Het is verplicht om na mais op zand- en lössgrond een vanggewas te telen tot 1 februari. En ligt jouwgrond in een met nutriënten verontreinigd gebied (NV-gebied) en maak je gebruik van derogatie? Dan teel je vanaf 2023 een vanggewas op alle grondsoorten.
Bron: Agrifirm