Ruim zeventig procent werkt het vanggewas machinaal onder. Dat blijkt uit de enquête ‘Hoe werk jij je vanggewas onder?’. Aanleiding voor de vragenlijst is de jaarlijks terugkerende ‘gele-velden-discussie’.
Bijna driekwart van de respondenten, 74,2 procent, geeft aan uitsluitend mechanisch het vanggewas onder te werken. Dit blijkt uit de enquête vanuit het project Vruchtbare Kringloop Overijssel. De schijveneg, ploeg, frees en cultivator zijn de meest gebruikte machines hiervoor. Een kleine 20 procent zet de chemie in alvorens het vanggewas is ondergewerkt. Hierbij is aangegeven dat er voornamelijk, mits de weeromstandigheden het toelaten, binnen twee weken na het doodspuiten van de gewassen weer ondergewerkt wordt.
Engels/ Italiaans raai is favoriet
Ongeveer 40 procent zaait vanggewas in als onderzaai en meer dan de helft zaait het direct na de oogst in. Als vanggewas is het meest Engels/Italiaans raaigras gebruikt, 64 procent gebruikt dit blijkt uit de enquête. Op de tweede plek komt rogge. Bijna 90 procent van alle ondervraagden geeft aan dat zij hun vanggewas inzaaien op zandgrond.
Onderwerken vangewas
Onlangs stuurde LTO Noord vanuit Vruchtbare Kringloop Overijssel de enquête uit over het onderwerken van vanggewas. Daar is dan ook veelvuldig gebruik van gemaakt. In de enquête kon men ook aangeven kans te willen maken op een grondbewerking die in het teken staat van het chemievrij onderwerken van het vanggewas. Uit alle inzendingen zijn achttien deelnemers gekozen die in de prijzen zijn gevallen. Binnenkort meer over de werkzaamheden die zijn uitgevoerd bij de prijswinnaars.
Alternatieven voor glyfosaat
Deze prijzen zijn aangeboden door het LTO Noord project ‘IPM Glyfosaat’. Binnen dit project is samen met boeren gezocht naar alternatieven voor glyfosaat. Denk daarbij aan de meest effectieve manier van machinaal onderwerken, maar ook over de keuze van groenbemesters, graslandonderhoud en monitoring van onkruiddruk.
Bron: LTO Noord