De voorbije jaren werden op kleine schaal heel wat proeven met verschillende herwonnen meststoffen gedaan. Daaruit blijkt dat ammoniumzouten een groot potentieel hebben om als kunstmestvervanger te dienen. Gezien dit groot potentieel heeft de Operationele Groep RENURE de vertaalslag naar volleveldsproeven gemaakt. Daarin onderzocht Inagro niet alleen de agronomische waarde, maar ook de toepassing ervan als kunstmestvervanger.
Hieruit blijkt nu dat het ammoniumnitraat door huidige machines, mits enkele aandachtspunten, eenvoudig gebruikt kunnen worden op het veld.
Volleveldsproeven met ammoniumzouten
Na een basisbemesting met dierlijke mest werd in 2022 werd het ammoniumnitraat op vijf percelen in lange stroken ter breedte van de bemestingsmachines aangelegd, afgewisseld met de gangbare kunstmest. Dit op één perceel in aardappelen en in mais op de overige vier percelen. Op die manier kregen we een realistisch gebruik van het product, maar kan er nog steeds statistisch vergeleken worden met kunstmest als referentie.
- In aardappelen werd het ammoniumnitraat toegepast via een aangepaste rijenfrees.
- In mais was het ofwel via een spuitmachine waarna het ammoniumnitraat meteen ingewerkt werd, ofwel werd het meteen toegediend via de zaaimachine tijdens het zaaien, door middel van een tank voorop de machine.
In 2023 werd het ammoniumnitraat ook nog als dierlijke mest toegepast in wintertarwe volgens een gelijkaardig proefplan. Het ammoniumnitraat werd toegepast met de spuitboom, onder omstandigheden die emissie minimaliseren.
Resultaten van de volleveldsproeven
De resultaten van de veldproeven geven aan dat het ammoniumnitraat herwonnen uit dierlijke mest op vlak van werking en bemestende waarde even goed presteert als kunstmest (urean en kalkammonsalpeter). In sommige gevallen resulteerden de objecten behandeld met ammoniumnitraat beter dan de referentie, al was dit voor een deel te wijten aan heterogeniteit door het droge groeiseizoen.
Het toepassen van het ammoniumnitraat, met rijenfrees in aardappel of met injectie met zaaimachine bij zaaien van maïs, leverde geen problemen op tijdens de proeven en verkiezen de voorkeur als emissiearme methode boven toediening met spuitboom. Toedienen met spuitmachine bij juiste omstandigheden en meteen inwerken in de bodem kan wel een praktisch realistischer alternatief zijn. De belangrijkste knelpunten bij het gebruik van ammoniumnitraat in de praktijk zijn het stikstofgehalte dat lager ligt dan bij kunstmest en het statuut van dierlijke mest.
Zelf ammoniumzouten produceren?
Uiteraard moeten de ammoniumzouten ergens geproduceerd worden. Vanwege de wetgeving is de productie momenteel nog klein. Mocht de wetgeving het gebruik van ammoniumzouten bovenop de Nitraatrichtlijn (170 kg dierlijke N/ha) toelaten, zal de interesse in ammoniakstripping stijgen. Maar wanneer wordt het interessant om zelf in de productie te investeren?
- In de huidige Vlaamse context is de implementatie van een ammoniakstripper alleen voordelig bij de verwerking van varkensmest, wanneer er al een verwerkingstraject aanwezig is (biologie en/of vergistingsinstallatie). Dit is voornamelijk het gevolg van de grotere industriële schaal van varkensbedrijven met een verwerkingstraject ten opzichte van bedrijven zonder verwerkingstraject. De resultaten toonden aan dat de mestverwerkingscapaciteit minstens ongeveer 20.000 ton mest per jaar moet bedragen om de gewenste schaalvoordelen te behalen.
- De marktwaarde van de ammoniumzouten zelf is sterk afhankelijk van de actuele kunstmestprijzen, alsook van het meststatuut. De ammoniumzouten zullen immers meer waard zijn wanneer de RENURE-wetgeving van kracht is en ze als kunstmestvervanger kunnen worden toegepast in tegenstelling tot wanneer ze nog als dierlijke mest worden aanzien. De vraagprijs van huidige operationele installaties bedraagt ca. € 100-150/1000L anno juni 2023.
Bron: Inagro