Het stikstofverlies door denitrificatie in de melkveestal met roostervloer lijkt aanzienlijk hoger dan gedacht, blijkt uit balansonderzoek van Wageningen Livestock Research. Na een jaar meten in een dergelijke stal was 9,7 procent van de stikstofuitscheiding door de koeien verloren gegaan in een andere vorm dan ammoniak, waarschijnlijk als gevolg van denitrificatie, in de vorm van niet-reactief N2-gas. Regelmatig mixen van de mest kan dit verlies mogelijk verlagen.
9,7 procent gevolg van denitrificatie?
Uit een gedetailleerde stikstofbalans, opgesteld over een jaar, bleek dat in totaal 16,6 procent van de stikstofuitscheiding door de koeien in gasvorm verloren ging. Begeleidende emissiemetingen laten zien dat 6,6 procent (11,1 kg NH3 per koe per jaar) verloren ging als ammoniak en 0,2 procent als lachgas. Hieruit volgt dat de rest van het verlies, 9,7 procent, het gevolg moet zijn geweest van denitrificatie, en daarmee verloren ging als niet-reactief N2-gas. Dit verlies is aanzienlijk hoger dan de tot dusver aangenomen 1 procent.
Stikstofkringloop
De uitkomsten van dit onderzoek kunnen van aanzienlijk belang zijn. Het verlies van niet-reactief N2-gas uit de stal leidt tot stikstofverlies uit de kringloop op het melkveebedrijf, en dit verlies moet steeds aangevuld worden om dezelfde hoeveelheid ruwvoer en daarmee melk te kunnen blijven produceren.
“Het lijkt erop dat we een behoorlijk grote, tot dusver niet bekende verliespost van stikstof hebben gevonden”, zegt onderzoeker Herman de Boer van Wageningen Livestock Research. “De vraag is nu in hoeveel stallen dit speelt, en of we dit verlies kunnen terugdringen. Als dat lukt, blijft er meer minerale stikstof in de mest en neemt de bemestende waarde voor gewassen toe.”
Meer denitrificatie door drijflaag
Het hoge denitrificatieverlies kan worden verklaard uit de aanwezigheid van een drijflaag op de mest in de kelder. Deze laag kan afwisselend verdrogen en vernatten en daardoor zuurstofrijker of zuurstofarmer worden. Hierdoor wordt de nitrificatie – denitrificatiecyclus gestimuleerd, met stikstofverlies als gevolg. Het tot dusver aangenomen lage denitrificatieverlies was gebaseerd op proeven waarin de mest wekelijks werd gemixt, waardoor er geen drijflaag kon ontstaan.
Mogelijke oplossing
“Door combinatie van deze informatie hebben we mogelijk ook een oplossing in handen”, aldus De Boer. “Wanneer het ontstaan van een drijflaag beperkt of voorkomen kan worden, door de mest in de kelder regelmatig kort te mixen, kan mogelijk ook het denitrificatieverlies worden verlaagd. Bij de onderzochte stal zou bij een halvering van het denitrificatieverlies het minerale stikstofgehalte in de mest met 10 procent kunnen toenemen”. Er is op dit moment geen onderzoek voorzien om de effectiviteit van regelmatig mixen op het denitrificatieverlies en stikstofgehalte in de mest nader vast te stellen.
Vergelijking met andere stalsystemen
De onderzochte melkveestal was de referentiestal in een onderzoek naar de effecten van bronscheiding in de melkveestal op emissies en mestkwaliteit, binnen het project ‘Mestscheiding in melkveestallen’. Andere stallen waren een stal met roostervloer en bronscheiding met het CowToilet, en een stal met een doorlaatbare tegelvloer waarmee urine en feces van elkaar werden gescheiden. Het stikstofverlies van deze stallen wordt de komende maanden gerapporteerd. Het onderzoek aan de stalsystemen werd in 2020/2021 uitgevoerd in de Milieumeetstal op proeffaciliteit Dairy Campus in Leeuwarden, onder omstandigheden die representatief zijn voor een reguliere melkveestal met roostervloer.
Meer informatie over het onderzoek is te lezen in het rapport.
Bron: WUR