De fosfaatproductie in dierlijke mest is in 2015 gestegen tot 180,1 miljoen kg. Dit is ruim 8 miljoen kilo meer dan in 2014. De fosfaatproductie ligt ook boven het door de Europese Unie vastgestelde fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilogram. Deze cijfers zijn hoger dan volgens eerdere berekeningen, meldt CBS.
De fosfaatproductie en de overschrijding van het fosfaatplafond zijn hoger dan volgens de voorlopige berekeningen van begin dit jaar. De stijging van de fosfaatproductie is voor een groot deel terug te voeren op de groei van de melkveehouderij. Als voorbereiding op de afschaffing van het melkquotum op 1 april 2015 hebben veel melkveehouders de melkproductie in 2013 en 2014 opgeschroefd. Volgens de Landbouwtelling waren er op 1 april 2015 al 50 duizend melkkoeien meer dan het jaar daarvoor. In de loop van het jaar daarna nam het aantal koeien verder toe en steeg de melkproductie tot 13,5 miljard kg,6,8 procent hoger dan in 2014. Daarnaast is ook het hoge fosforgehalte van de grasoogst van 2014 van invloed op de fosfaatproductie van vorig jaar. Het grootste deel van de grasoogst uit dat jaar is namelijk in 2015 gebruikt.
Ook stijging fosfaatproductie varkens- en pluimveehouderij
In de varkens- en pluimveehouderij nam het aantal dieren ook toe. Verder was het fosforgehalte van vleesvarkensvoer in 2015 hoger dan in 2014. De fosfaatproductie van de varkensstapel steeg met 1,3 miljoen kg, die van de pluimveestapel nam met 0,6 miljoen kg toe.
Fosfaatproductie vorig jaar ruim 8 miljoen kilo hoger dan 2014
Eerder dit jaar is de fosfaatproductie berekend op 176,3 miljoen kg. Daarbovenop komt het effect van nieuwe cijfers over de fosfaatproductie per dier. Deze wordt berekend op basis van een groot aantal gegevens zoals melkproductie, voerverbruik en voersamenstelling. Vooral door de relatief hoge fosforgehalten van het ruwvoer is bij rundvee de fosfaatproductie per dier toegenomen. Mede om deze reden komt de fosfaatproductie in 2015 met de nieuwste cijfers 3,8 miljoen kg hoger uit op180,1 miljoen kg. Dat is ruim 8 miljoen kilo meer dan in 2014.
Vaste rekenmethode mestproductie veestapel
De mestproductie van de veestapel wordt jaarlijks berekend op basis van het aantal dieren in de Landbouwtelling en de uitscheidingsfactoren per dier voor stikstof, fosfor en kalium. Voorlopige cijfers worden aan het einde van het verslagjaar berekend op basis van het aantal dieren in de landbouwtelling. Ongeveer zes maanden na afloop van het verslagjaar zijn alle gegevens bekend waarmee de uitscheidingsfactoren per dier kunnen worden berekend. De uitscheidingsfactoren worden jaarlijks vastgesteld door de Werkgroep Uniformering Mest- en mineralencijfers (WUM) volgens een vaste rekenmethodiek.
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek