Afgelopen vrijdag stuurde minister Piet Adema een brief aan de Tweede Kamer over de uitwerking van het mestbeleid door het demissionaire kabinet. In plaats van voor te sorteren op een zorgvuldige overdracht van dit complexe dossier aan de toekomstige minister, noemt de brief een aantal vergaande maatregelen die haaks staan op de ambities uit het hoofdlijnenakkoord. Daarmee leidt deze brief tot nodeloze onrust en onduidelijkheid.
LTO roept het ministerie op om pas op de plaats te maken, en nieuwe wetgeving over te laten aan een volgend kabinet. Het voorbereiden van wetgeving zonder draagvlak onder de formerende partijen en in de sector, dient geen constructief belang.
30 procent afroming van fosfaat- en dierrechten
Een belangrijk onderdeel van de Kamerbrief is de aankondiging van een nieuwe wet waarin dertig procent afroming van fosfaat- en dierrechten bij buitenfamiliale overname wordt vastgelegd voor de melkvee-, pluimvee- en varkenshouderij.
LTO-voorzitter Ger Koopmans reageert verbolgen: “Als landbouw tasten we in het duister over welke reductiedoelen de minister wil bereiken met deze maatregel voor de korte termijn en welk aandeel de verschillende sectoren daarin hebben. We weten dat inmiddels ruim 1.400 bedrijven hebben ingetekend voor de verschillende beëindigingsregelingen. Maar informatie over welke mestreductie daarmee al gerealiseerd wordt, ontbreekt.”
POV-voorzitter Linda Verriet valt Koopmans bij: “De varkenshouderij zit al jaren onder het mestproductieplafond en heeft al substantieel geleverd middels afname POR rechten, Subsidie Sanering varkenshouderij (SRV), en de autonome ontwikkeling. Daarnaast wordt het grootste gedeelte van de mestproductie verwerkt. Wij zijn dus fel tegen deze afroming.”
Verplichte afroming van dierrechten niet bespreekbaar
Voorzitter Kees de Jong van LTO-vakgroep Pluimveehouderij: “Nederlandse pluimveemest wordt hoofdzakelijk verwerkt tot korrels of voor energieproductie en drukt in het geheel niet op de mestmarkt. Hier richt de minister zijn pijlen op een innovatieve sector die de voorbije jaren de mestafzet geregeld heeft. Desondanks wordt de pluimveesector wel geconfronteerd met afroming van productierechten. Dat is ronduit onrechtvaardig.”
Koopmans: “Voor LTO is verplichte afroming van dierrechten voor deze innovatieve sectoren niet bespreekbaar. Wij roepen de Kamer en met name ook de nieuwe coalitie op om dit disproportionele pad niet in te slaan.”
Koude sanering voorkomen
De vastgelopen mestmarkt leidt tot grote problemen in de melkveehouderij. Om een koude sanering te voorkomen, is het cruciaal dat het kabinet op korte termijn met concrete maatregelen komt die bedrijven binnen enkele maanden concreet perspectief en ruimte bieden.
Erwin Wunnekink, voorzitter LTO-vakgroep Melkveehouderij: “Wij waarderen het dat de minister in zijn Kamerbrief uitspreekt “op zijn vroegst begin volgend jaar” opnieuw in gesprek te willen gaan met de Europese Commissie over een nieuwe of aangepaste derogatie. Maar het starten van deze gesprekken, en het nadenken over en uitwerken van een nieuwe derogatievorm kan niet tot volgend jaar wachten. Voor de melkveesector is het cruciaal dat er al op korte termijn stappen gezet worden om lucht in de mestmarkt te brengen. Maar in de Kamerbrief ontbreekt de aanzet om tot dergelijke korte termijn maatregelen te komen. De minister komt met vergaande beleidsvoorstellen voor de lange termijn, maar biedt met deze brief geen oplossing voor de problemen waar melkveehouders nu acuut mee te maken hebben.”
Op zoek naar toekomstperspectief voor de veehouderij
Afroming van fosfaatrechten in de melkveehouderij is één onderdeel van de toekomstvisie die alle melkveepartijen gezamenlijk hebben opgesteld. Dit onderwerp maakte daarmee ook onderdeel uit van het ‘mestcrisisplan’ dat LTO, NAJK, NZO en De Natuurweide vorige maand gezamenlijk publiceerden.
Wunnekink: “Dertig procent afroming van fosfaatrechten bij buitenfamiliale overname in de melkveehouderij maakt onderdeel uit van ons aanbod aan het kabinet. Maar wel in combinatie met tal van andere maatregelen waar het integraal mee samenhangt. Juist in samenhang bieden deze maatregelen de melkveehouderij een goed toekomstperspectief. In die samenhang zijn wij bereid hierover met het ministerie door te spreken. Maar dan moet de minister niet aan cherrypicking doen, en de maatregel niet uit verband trekken.”
Mestcrisisplan
Vorige maand presenteerden LTO, NAJK, NZO en De Natuurweide een ‘crisisplan mestaanpak’. Dit plan was en is erop gericht dat de overheid en de sector gezamenlijk stappen zetten om te voorkomen dat duizenden bedrijven in een koude sanering terecht komen. Met dit plan willen agrarische partijen zelf een aantal stappen zetten onder de nadrukkelijke voorwaarde dat de regering zich in Brussel hard maakt voor een nieuwe of verlengde regionale derogatie.
Wunnekink: “Uit bestuurlijk overleg is de voorbije weken gebleken dat deze minister niet bereid is om op dit moment met die boodschap naar de Europese Commissie te gaan. Maar ons aanbod is helder. Het is: bijdragen aan een oplossing, maar dan ook zicht krijgen op die oplossing. Vanuit die samenhang en balans blijven wij bereid om hierover door te spreken met het ministerie. Maar we gaan niet proberen om bij te dragen aan een oplossing als ‘de overkant van de tafel’ die oplossing niet op tafel legt.”
Bron: LTO Nederland