LTO Nederland is niet te spreken over de Kamerbrief ‘contouren toekomstig mestbeleid’ van 8 september jl. “We zijn in staat om fosfine – een fosforverbinding – in de atmosfeer van Venus vinden, maar omdat ‘adequate metingen en handhaving nog niet mogelijk zijn’ durft minister Schouten het niet aan om de komende tien jaar verder te werken aan een doelgericht beleid met bedrijfsspecifieke verantwoording voor stikstof en fosfaat. We missen het vertrouwen van de minister in de sector”, aldus Michael van der Schoot, Themaspecialist Bodem- en Waterkwaliteit bij LTO Nederland.
Vooropgesteld mist LTO Nederland in de gepresenteerde contouren de individuele verantwoordelijkheid voor ondernemers om te werken aan doelen; dit doet géén recht aan de grote diversiteit in onze sector. Ook vindt LTO Nederland dat de contouren van minister Schouten haaks staan op haar eigen visie ‘Kringlooplandbouw’; de inzet van onbewerkte dierlijke mest op eigen grond of in de eigen omgeving is in veel gevallen namelijk een cruciale- en onmisbare schakel binnen de Kringlooplandbouwgedachte. Zeker in het licht van het verhogen van het organische stofgehalte van onze landbouwbodems, waar we vanwege de klimaatadaptatie, -mitigatie en het vergroten van de biodiversiteit stappen in aan het zetten zijn.
Structuurbeleid levert geen winst op
Ondernemers worden door deze contouren noodgedwongen in een keurslijf gestopt. Verder is het zo dat het voorgestelde structuurbeleid (100% grondgebondenheid voor extensieve bedrijven enerzijds, 100% mestverwerking voor intensieve bedrijven anderzijds) in de optiek van LTO Nederland geen enkele winst oplevert voor de waterkwaliteit. En dat is wel één van de belangrijkste kaders die vooraf zijn gesteld voor deze herbezinning van het mestbeleid. Verder zijn we bezorgd dat er in de uitwerking van de voorgestelde contouren diverse ge- en verboden bij gaan komen, maar we zien het op korte termijn niet gebeuren dat er wetten en regels worden geschrapt. Dit voorgestelde beleid versterkt in onze optiek helaas de term ‘kalenderlandbouw’, terwijl LTO Nederland hier graag vanaf wil stappen.
Gesprek met minister Schouten over mestbeleid
LTO Nederland heeft een gesprek met minister Schouten over de rol en de mogelijkheden van de ondernemers aangevraagd. De insteek van LTO Nederland in dit overleg zal liggen op de interactie tussen het bodem-en-watersysteem en het behalen van doelen door het vakmanschap van de ondernemer centraal te stellen. Op basis van de uitkomst van dit overleg zal LTO Nederland besluiten of ze in gesprek blijven met het ministerie van LNV over dit onderwerp, of dat de gesprekken gestaakt worden en er enkel via de politiek druk op de minister zal worden uitgeoefend. We waken er voor om tijd en energie te steken in gesprekken met de ambtenaren over de uitwerking, als we bij voorbaat al weten dat dat géén zin heeft.
Reacties vanuit de sector
Ook uit de reacties van de verschillende LTO-vakgroepen blijkt dat zij teleurgesteld zijn over de inhoud van de Kamerbrief en de manier waarop het proces is verlopen. Ook wordt duidelijk dat er geen recht is gedaan aan de diversiteit binnen de land- en tuinbouw; de oplossing voor het één is een probleem voor het ander. Een greep uit de reacties van de vakgroepen.
Melkveehouderij
De vakgroep is teleurgesteld en had verwacht dat met de herbezinning van het mestbeleid echt de start van een ander beleid zou zijn, passend bij de visie van de sector zelf. De vakgroep is namelijk vanaf de aankondiging van de herbezinning nadrukkelijk bezig geweest met het vormen van een visie samen met haar portefeuillehouders en leden. Het lijkt nu toch vooral structuurbeleid te zijn en de vraag doemt dan ook op: Welk probleem zijn we hier aan het oplossen? Er wordt door de minister gestuurd op grondgebondenheid door naar mestplaatsing te kijken, terwijl wij juist kijken naar het totale plaatje en de kringloop ook willen sluiten met voer.
Onze insteek was juist het zorgvuldig voeden van de bodem en gewassen met beschikbare voedingsstoffen. Daarnaast wordt rundveemest op melkveebedrijven met een mestoverschot al nagenoeg geheel regionaal geplaatst. Duurzame contracten voegen daarom, behalve een kostprijsverhoging, niets toe; niet ter bestrijding van “fraude” en zeker niets voor de bodem- en waterkwaliteit. Datzelfde geldt ook voor verder “stimuleren” van grondgebondenheid bij intensievere melkveebedrijven.
Kalverhouderij
In de kalverhouderij wordt vooral het verschil tussen blankvlees en rosé benadrukt. Mest van blankvlees wordt al verwerkt, bij rosé is dit nog niet het geval. De vakgroep vreest bovendien voor grote transportbewegingen.
Bron: LTO Nederland