Met een verplichte vaccinatie van dieren op verdachte en besmette bedrijven wil de Nederlandse rundveehouderij de dierziekte IBR de komende jaren uitroeien. Ook gaat de sector de dierziekte BVD terugdringen via een beheersingsprogramma. Het initiatief voor de aanpak van beide dierziekten die de rundveesector jaarlijks tientallen miljoenen euro’s schade toebrengen, wordt genomen door Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO Nederland), de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), Zuivel NL en de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK).
Met de aanpak van deze aandoeningen willen zij de diergezondheid en het dierenwelzijn verbeteren. Bovendien leidt de aanpak tot een verdere afname van het antibioticagebruik. Voor de bestrijding van IBR (koeiengriep) heeft de staatssecretaris van Economische Zaken (EZ), op verzoek van de sectorpartijen, besloten regelgeving voor te bereiden, die nodig is voor het kunnen aanvragen van een officiële EU-status voor IBR. Het streven is dat de regelgeving begin 2018 van kracht wordt. De komende maanden wordt de regelgeving uitgewerkt; dan zal ook duidelijk worden wat via de wet en wat privaat zal worden geregeld. Het wordt mogelijk gemaakt dat bedrijven die aantoonbaar IBR-vrij of IBR-onverdacht zijn een vrijstelling krijgen van de vaccinatieplicht.
Bedrijven die aantoonbaar IBR-vrij of IBR-onverdacht zijn, kunnen volstaan met het bewaken van deze gunstige status. Dit geldt ook voor bedrijven waar geen kalveren worden geboren, dieren altijd binnen worden gehuisvest en uitsluitend worden afgevoerd naar de slachterij (zoals vleeskalverbedrijven). De kalversector zal in de toekomst alleen IBR-vrije of gevaccineerde kalveren importeren.
Vooralsnog is er voor BVD geen regelgeving vanuit EZ voorzien, onder andere vanwege het ontbreken van een officiële EU-status voor BVD. Mogelijk dat over enkele jaren wél met een uitroeiingprogramma rond BVD kan worden gestart. Zuivelondernemingen hebben het voornemen om hun leveringsvoorwaarden per 1 januari 2018 zo aan te passen dat hun leden en/of leveranciers de besmettelijke virusziekte BVD gaan beheersen. Dat kunnen zij doen door runderen die drager zijn van het virus op te sporen en af te voeren. Bedrijven die aantoonbaar BVD-vrij of BVD-onverdacht zijn, kunnen volstaan met het bewaken van de gunstige situatie. Dit betekent dat de melkveesector start met het stellen van eisen via de leveringsvoorwaarden van de zuivelondernemingen en dat de kalversector een aantal zaken op zich neemt lopende het traject zoals het testen van importkalveren uit niet vrije BVD-landen. Door het ontbreken van een kwaliteitssysteem in de vleesveehouderij is het in die sector beperkt mogelijk zaken te regelen. Wel zal een aantal private initiatieven en stimulansen worden ingezet om vleesveehouders te stimuleren BVD op hun bedrijf aan te pakken.
Voor de aanpak van IBR en BVD lopen momenteel vrijwillige bestrijdingsprogramma’s waar respectievelijk 65 en 75 procent van de Nederlandse melkveebedrijven aan deelneemt. Voor overige rundveebedrijven betreft dit respectievelijk tien en vijf procent.
Bron: ZLTO