Binnen het project Koeien & Kansen lag in de periode 2006 – 2009 de nadruk op het verminderen van de ammoniakemissie via het voerspoor. In de periode 2010 – 2013 werd onder andere de focus gelegd op het terugdringen van methaangas. Ook hierbij stond het voerspoor centraal. In beide periodes namen de deelnemers voermaatregelen, die elkaar juist kunnen versterken of tegenwerken. De resultaten hiervan zijn geëvalueerd in het Koeien & Kansen-rapport 79: Reductie van ammoniak- en methaanemissie via voerspoor.
In deze evaluatie is onderzocht of het verlagen van de enterische emissie van methaan van het vee gelukt is. Zo ja, dan is de volgende vraag of dit negatieve gevolgen heeft voor de excretie van de Totaal Ammoniakaal Stikstof (TAN). TAN staat voor kilogram stikstof, maar dan dat deel van de totale N-excretie die in principe kan vervluchtigen als ammoniak (=ammoniakaal). Of die ook werkelijk vervluchtigt in praktijk als ammoniak is afhankelijk van welke maatregelen je neemt. In bijvoorbeeld een emissiearme stal vervluchtigt een kleiner deel van de TAN dan in een traditionele stal. Zo zijn er tal van manieren om de TAN minder te laten vervluchtigen.
Voor 7 van de 11 K&K-bedrijven, die in de periode van 2006 t/m 2013 aan het project deelnamen, is het gelukt de CH4 emissie te verlagen zonder dat excretie van TAN omhoog ging. Van deze 11 bedrijven waren zowel meetgegevens van de periode 2006 – 2009 als de periode 2010-2013 beschikbaar. Vergeleken met de periode 2006 – 2009 hadden deze 7 K&K bedrijven in de periode 2010 – 2013 gemiddeld een 7% lagere CH4 emissie en gemiddeld een 8% lagere TAN-excretie.
Binnen de periode 2010 – 2013 is er voor de meeste K&K-bedrijven geen sprake van een duidelijke afname van de CH4-emissie of TAN-excretie in de tijd. Er was wel en positieve correlatie tussen de gemeten VEM-dekking en de emissie van CH4. Deze toename van de methaanemissie bij toenemende VEM-dekking is logisch, omdat een hogere voeropname per kilogram melk tot meer fermentatie per kilogram melk leidt. Echter, de hypothese dat bij een hogere voerefficiëntie ook een efficiëntere pensvertering en dus per kilogram verteerd voer minder methaanemissie hoort, kan op basis van dit onderzoek niet bevestigd worden.