Veehouders die uitbreidingsinvesteringen hebben gedaan vóór 2 juli 2015 worden onredelijk hard getroffen door het fosfaatreductieplan, aldus de Haagse rechtbank. Voor de 50 veehouders die hierover een kort geding aanspanden is het fosfaatreductieplan buiten werking gesteld.
Wel of geen procedure starten tegen fosfaatreductieplan?
In navolging van deze uitspraak overwegen naar schatting van Stichting Achmea Rechtsbijstand en adviseurs honderden boeren een eigen procedure tegen het fosfaatreductieplan vanwege onevenredige schade. “Bedrijven die onontkoombare financiële verplichtingen zijn aangegaan kunnen in een aantal gevallen zich scharen achter de uitspraak. De uitspraak van het kortgeding is immers onverbindend verklaart. Dat betekent dat de uitspraak niet alleen geldt voor de eisers, maar ook voor veehouders die niet aan het kort geding meededen, maar die wel in gelijksoortige situatie zitten,” zo legt Vic Boeren, manager rundvee bij DLV Advies uit.
Wat het starten van een eigen procedure gaat opleveren is onder afhankelijk van de reactie van Staatsecretaris van Dam op de uitspraak. “Het is nog niet duidelijk welke stappen de staatssecretaris gaat nemen. Dit wordt naar verwachting wel binnen een week duidelijk. De kans is groot dat hij in hoger beroep gaat.”
Te nemen stappen bij een procedure
Veehouders die vinden dat ze in aanmerking komen voor ontheffing van het fosfaatreductieplan kunnen zich hiervoor melden bij hun rechtsbijstand verzekering. Vervolgens moet er een bezwaarbrief aan de staatssecretaris opgemaakt worden waarin men zich beroept op de uitspraak van vorige week. Vic Boeren: “Hiervoor moet onderbouwd worden dat hun situatie vergelijkbaar is met die van de eisers in het kort geding. Veehouders moeten in ieder geval onontkoombare financiële verplichtingen zijn aangegaan voor de peildatum van 2 juli 2015.”