Op deze vraag tracht student Douwe Elgersma in zijn onderzoeksrapport afstudeeropdracht een antwoord te vinden. Namens Van Hall Larenstein (VHL) is hij van november 2019 tot juni 2020 aan de slag gegaan. Dit deed hij op het innovatiecentrum met het onderzoek en het verwerken van de resultaten.
Tijdens het onderzoek is gekeken of er variaties in methaanemissies waar te nemen zijn tussen individuele dieren. Daarnaast is gekeken of er verbanden zijn te leggen tussen methaanemissies en dier factoren zoals melkgift, voeropname (kg ds.), genetische aanleg en lactatiestadium. Ook is nagegaan hoe de melkkoeien van Dairy Campus scoren op het gebied van methaanemissies in vergelijking met referentiebedrijven. De onderzoekers gebruiken data die beschikbaar wordt gesteld door Dairy Campus. De data die zijn gebruikt uit de Greenfeeds zijn de metingen van een groep van 64 melkkoeien die gedurende drie weken (21 dagen) gemeten zijn. Alle koeien hebben gedurende de proefperiode hetzelfde rantsoen gehad. Om de data te kunnen analyseren is gebruik gemaakt van de programma’s Microsoft Exel en SPSS. Met deze programma’s zijn tabellen en verschillende grafieken gemaakt. De resultaten zijn gebaseerd op 21-daagse gemiddelden.
Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is zowel een literatuurstudie als een onderzoek gedaan. Een melkkoe produceert gemiddeld gezien tussen de 200 tot 500 g methaan per dag. Dit is ongeveer 6 tot 10 % van de bruto energie die een melkkoe per dag opneemt (Dijck, 2016). Methaan komt voor 80% vrij bij het verteringsproces en dan voornamelijk bij het fermentatieproces in de pens. Ongeveer 20 % komt vrij bij de mestopslag.
GreenFeed
Dairy Campus Leeuwarden beschikt over drie GreenFeeds voor het meten van de methaanuitstoot van individuele koeien.
Het broeikasgas methaan bepaalt voor een belangrijk deel de CO2-voetafdruk van de melkveehouderij. Er wordt dan ook volop onderzoek gedaan naar mogelijkheden om met aanpassingen in het rantsoen de emissie van methaan te beïnvloeden.
Methaan wordt vooral geproduceerd door microben in de pens en komt voornamelijk via de neus en de bek van de koe naar buiten. Een analyse van de uitgeademde lucht geeft dan ook een goede indicatie van de methaanuitstoot.
Dairy Campus: hogere score en veel variatie
Uit het onderzoek kan je concluderen dat de gemiddelde methaanemissie van de Dairy Campus wat hoger ligt in vergelijking met de gemeten methaanemissie van de ‘Koeien en Kansen’ bedrijven. De gemeten methaanemissie met behulp van de Greenfeed was voor de Koeien en Kansen bedrijven gemiddeld 415 gram methaan per koe per dag en 13,9 gram per kg meetmelk. Voor de Dairy Campus was dit 453,11 gram methaan per koe per dag en 14,91 gram methaan per kg meetmelk.
Ook kan je concluderen dat er een grote variatie tussen individuele dieren waar te nemen is. De variatie wordt hoofdzakelijk bepaald door de kg ds. opname, kg meetmelk (productie), lactatienummer en het aantal dagen in lactatie.
Tot slot, om een beter beeld te krijgen van de gemiddelde methaanemissie, is aanbevolen om een langere periode te gaan meten. Op deze manier vind je eventuele seizoensinvloeden vinden. Bij het vervolgonderzoek nemen de onderzoekers een koe mee, die in het begin van de lactatie zit. Dit geeft een nog beter beeld op de invloed van de lactatiedagen. Op deze manier kan de onderzoeker het eventuele effect van de negatieve energiebalans vinden. Op basis van de invloed van de genetische gegevens, zou er een grotere groep koeien onderzocht moeten worden, zodat er meer dochters met dezelfde vader (stier) zijn.
Bronnen: Onderzoeksrapport afstudeeropdracht ‘Methaanemissies bij melkkoeien op Dairy Campus’ van student (VHL) Douwe Elgersma.
Dairy Campus