Een graskuil bemonsteren is vakwerk: Om goed inzicht te krijgen in de kuilkwaliteit moeten monsters genomen worden op verschillende plekken. Kees Koolen is al bijna 25 jaar monsternemer bij Eurofins Agro en laat in dit artikel zien hoe je een graskuil moet bemonsteren.
De bemonstering
De eerste snede is begin mei ingekuild en eind juni gaat Kees Koolen op pad om de kuil te steken. In zijn bedrijfsauto heeft hij alle spullen mee die hij nodig heeft. De grondafdeklaag wordt op drie plekken voorzichtig verwijderd (zie foto 1) en Koolen veegt de folie schoon met een doek (zie foto 2). Vervolgens bemonstert hij eerst de bovenste laag, ongeveer één meter diep, met behulp van de kuilboor (zie foto 3). De monsters worden verzameld in een schone emmer. Koolen verwijdert zorgvuldig de folierondjes die meegeboord zijn.
Na de drie monsters uit de toplaag worden – via dezelfde boorgaten – monsters genomen van de onderste laag van de kuil (zie foto 4). Koolen noteert de diepte en controleert of er geen zand is meegekomen met de boring (zie foto 5). Nadat alle monsters verzameld zijn in de emmer (zie foto 6), plakt Koolen de boorgaten in de kuilfolie zorgvuldig af (zie foto 7) en schept hij de grond terug. Het verzamelde kuilmonster wordt overgebracht in een plastic monsterzak (zie foto 8) en kan naar het laboratorium. Tot slot meet Koolen de afmetingen van de kuil op (zie foto 9) ten behoeve van de BEX-administratie.
Kees Koolen sluit het bedrijfsbezoek af met het op orde brengen van de administratie: Op een plattegrond van het bedrijf geeft hij aan op welke plekken hij de graskuil bemonsterd heeft. Ook de datum van inkuilen en de datum van bemonstering worden genoteerd.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Foto 7
Foto 8
Foto 9