Preklinische diagnose kan een belangrijke rol spelen om de overdracht van het mond- en klauwzeervirus bij een uitbraak onder controle te krijgen. Dit is gebleken uit een nieuw onderzoek van wetenschappers van het Britse Pirbright Institute en Wageningen Bioveterinary Research.
Mond- en klauwzeer (MKZ) is een besmettelijke virusziekte van evenhoevige zoogdieren, zoals runderen, schapen, geiten, varkens en diverse wildsoorten. Wereldwijd is bijna 80 procent van het vee besmet met MKZ, wat een verlies van ca. 15 miljard euro per jaar veroorzaakt voor boeren en de voedsel- en landbouwindustrie over de hele wereld.
Virusverspreiding
Het virus wordt makkelijk verspreid door rechtstreeks contact met besmette dieren, en via besmet voer of besmette voorwerpen. Het kan zich ook verspreiden door de lucht. Bij een uitbraak is men met de huidige beheersings- en uitroeiingsmethodes afhankelijk van snelle klinische detectie en het ruimen van besmette bedrijven.
Nieuwe onderzoek
In dit nieuwe onderzoek, dat is gepubliceerd in het Journal of Clinical Microbiology, hebben wetenschappers van Pirbright en Wageningen hun deskundigheid over MKZ en mathematische modellering gecombineerd om de methodes en resultaten van preklinische diagnose tijdens toezicht (zoals wordt toegepast tijdens een uitbraak) te evalueren, met als doel het risico van overdracht tussen veestapels op aangrenzende boerderijen te verlagen.
In overdrachtsexperimenten bij runderen zijn er tijdens het verloop van de besmetting dagelijks monsters genomen van afzonderlijke dieren, zoals bloed, speeksel en neusslijm, en monsters op veestapelniveau, zoals luchtmonsters. Vervolgens is de gevoeligheid van elk van deze monstertypes gemeten voor de opsporing van besmette runderen tijdens de verschillende besmettingsstadia.
Resultaten van het onderzoek
Dr. Simon Gubbins, hoofd van de groep Transmission Biology aan het Pirbright Institute, vertelt: “Onze resultaten zijn ingevoerd in een mathematisch model voor MKZ-overdracht bij een veestapel. Op deze wijze wordt bepaald in hoeverre het vroeg opsporen en ruimen van een besmette veestapel bijdraagt aan de vermindering van de hoeveelheid besmettelijk materiaal dat zou kunnen leiden tot overdracht van het virus naar een aangrenzend bedrijf.
“Bij wekelijks toezicht bleek klinische inspectie alleen niet genoeg te zijn om overdracht tegen te gaan, dit in tegenstelling tot het wekelijks nemen van speekselmonsters bij minstens tien dieren per bedrijf of het dagelijks nemen van luchtmonsters (bij vee op stal). Door beide methodes toe te passen bleek het risico op overdracht aanzienlijk verlaagd te worden.”
Nieuwe aanpak voor ziektebeheersing
Dr. José Gonzáles van Wageningen Bioveterinary Research vult aan: “Deze resultaten leveren een nieuwe aanpak voor ziektebeheersing op, die kan worden toegevoegd aan onze preventieve noodprocedures. Een mogelijk voordeel bij het toepassen van deze strategie is dat er minder dieren geruimd hoeven te worden. Bij traditionele methodes zoals preventief ruimen worden er waarschijnlijk ook dieren onnodig geruimd.”
Na deze veelbelovende resultaten onder gecontroleerde laboratoriumomstandigheden willen de onderzoekers van Pirbright en Wageningen hun aanpak gaan testen in de praktijk. Als het lukt, denken ze dat MKZ-uitbraken hierdoor veel sneller onder controle te brengen zijn. Zo worden er dierenlevens gered en worden de sociale en economische gevolgen beperkt van een van de meest verwoestende veeziektes ter wereld.
Dit onderzoek is gefinancierd door het Britse ministerie van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken (subsidies SE2814 en SE2815) en de Biotechnology and Biological Sciences Research Council (subsidie BB/E/I/00001717).