Door regelgeving over mestgebruik is de uitstoot van stikstof en fosfaat verminderd. In die zin was de meststoffenwet effectief, schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving. Maar de belasting van meststoffen in het oppervlaktewater is nog te hoog. De nutriëntenbelasting moet omlaag, maar regelgeving loopt tegen grenzen aan.
Nederland heeft een van de meest productieve en efficiënte landbouwsectoren ter wereld, die ook in ecologisch opzicht efficiënt is, schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Maar de druk op de leefomgeving is groot. De veehouderij neemt in de landbouw een sleutelpositie in. En de mest uit de veehouderij heeft een ingrijpend effect op de leefomgeving. Het PBL gaat in het rapport 'Evaluatie meststoffenwet 2016' dat dit voorjaar verscheen, uitvoerig in op het effect van normen en maatregelen zoals die voortvloeien uit de Meststoffenwet, de Europese Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water.
Stagnatie
Het Planbureau schrijft dat er afgelopen decennia veel bereikt is in de vermindering van de uitstoot van nutriënten als stikstof en fosfaat. Maar cijfers laten zien dat de verbetering langzamerhand stagneert. De belasting van met name het oppervlaktewater is nog steeds te hoog. En ook in het grondwater worden nog steeds normen overschreden.
De hoeveelheid nitraat die in het grondwater gevonden wordt is wel sterk verbeterd. De normen van maximaal 50 mg nitraat per liter grondwater wordt bijna overal gehaald, aldus het rapport, maar niet in het zuidelijk zandgebied. Daar werd gemiddeld nog een grote overschrijding van 30 mg nitraat per liter grondwater geconstateerd. Mestfraude zou een deel van die overschrijding kunnen verklaren. Voor 2027 is berekend dat de overschrijding in het zuidelijk zandgebied nog gemiddeld 10 milligram nitraat per liter zal bedragen.
Oppervlaktewater
De normen voor verontreiniging van het oppervlaktewater zijn uitgewerkt in de Kaderrichtlijn Water. Bedoeling is dat de overmaat aan stikstof en fosfaat sterk wordt teruggedrongen omdat anders ecologische processen ontregeld raken. Uit het rapport blijkt dat stisktof- en fosfaatnormen in het oppervlaktewater nog ruim worden overschreden. Om de normen te halen, zou de landbouwsector zijn fosforbelasting met ongeveer 40% en de stikstofbelasting met ongeveer 20% moeten verminderen.
Aanscherping normen
Vermindering van de bemesting door verdere aanscherping van gebruiksnormen zou het meest effectief zijn, aldus het rapport, maar de huidige regel- en handhavingspraktijk loopt tegen zijn grenzen aan. Er is weinig ruimte voor aanscherping van de stikstof-gebruiksnormen, want deze liggen inmiddels al op of net onder het niveau van de bemestingsadviezen, aldus het bureau. Het nitraatdoel voor grondwater is mogelijk haalbaar, als de overheid, de landbouwsector en het bedrijfsleven samenwerken om de mestfraude aan te pakken.
Gebiedsgerichte aanpak
Wil je wat kunnen bereiken dan zouden partijen met elkaar in gesprek moeten gaan om binnen de kaders van het gemeenschappelijk Europese landbouw- en natuurbeleid invulling te geven aan een regionaal beter inpasbare landbouw. Het rapport bepleit een gebiedsgerichte aanpak. Boeren, (agro)-industrie, waterbeheerders, overheden, natuurbeheerders, ngo’s en burgers zouden in gebiedsarrangement samen op zoek moeten naar economisch haalbare en afrekenbare doelen en maatregelenpakketten. Met regionaal maatwerk zou je kunnen werken aan een levensvatbare landbouw die ook bijdraagt aan maatschappelijk gewaardeerde landschaps- en natuurkwaliteit.
In de in mei verschenen notitie 'Vijf vragen en antwoorden over nutriënten en waterkwaliteit' geeft het PBL toelichting op een aantal kwesties over meststoffen en waterkwaliteit. Zo gaat het PBL in op de verschillende doelen voor de Nederlandse wateren, de haalbaarheid van de doelen, de bronnen van de nutriëntenverontreiniging en de vraag hoe het kan dat de waterkwaliteit niet verbetert terwijl er minder bemest wordt.