Vanwege de aanhoudende gladheid in Friesland, Groningen en Drenthe hebben zo’n 450 leden-bedrijven van FrieslandCampina noodgedwongen melk geloosd in de mestput. “Ik heb begrip voor die beslissing van FrieslandCampina. De veiligheid van de chauffeurs staat voorop. En die was onder deze extreme omstandigheden absoluut niet gegarandeerd”, aldus Dirk Bruins, lid van de vakgroep melkveehouder van LTO Nederland en melkveehouder in Dwingeloo (Drenthe).
Melk mag maximaal drie tot drieënenhalve dag opgeslagen worden op de boerderij: een langere bewaarperiode is wettelijk niet toegestaan. Bruins: ”In de praktijk betekent dat een aantal bedrijven zo’n zevenduizend tot achtduizend liter melk hebben moeten lozen. Omgerekend een schadepost van ruim 2.000 euro.” Bruins rekent op een financiële compensatie voor de getroffen bedrijven. “Leden van een coöperatie zijn solidair met elkaar, zeker wanneer er sprake is van overmacht. En daar is hier heel duidelijk sprake van.” Formeel moeten bestuur en ledenraad van FrieslandCampina zich nog buigen over een vergoeding voor niet-opgehaalde melk, maar Bruins heeft vertrouwen in een goede afloop.
In de loop van woensdag 6 januari hervatte FrieslandCampina de ophaling van melk in grote delen van Friesland, Groningen en Drenthe, dankzij gunstigere weersomstandigheden. De verwachting is dat het weer de komende dagen verder zal verbeteren en er binnen afzienbare tijd weer sprake zal zijn van een ‘normaal’ ophaalpatroon.
Bron: LTO Nederland