Als melkveebedrijven worden gerangschikt op basis van een integrale duurzaamheidsscore, blijkt dat de 25% beste bedrijven met de hoogste score ook betere economische prestaties realiseren dan de overige 75%. De kritieke melkprijs van de 25% beste bedrijven is bijvoorbeeld significant lager. Er is onderzoek gedaan naar de economische prestaties bij een duurzame bedrijfsvoering.
Hierover berichtte Agrimatie al eerder op basis van analyse van data van gespecialiseerde melkveebedrijven in het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research. Ook uit een update (over de periode 2016-2018) komt hetzelfde beeld naar voren. In dit artikel proberen we er iets beter een vinger achter te krijgen wat hierachter schuilgaat. Dit artikel is niet de uitkomst van een uitgebreide studie maar van een quick scan die inzicht geeft wat er met de data uit het Bedrijveninformatienet zoal mogelijk is. Er zijn nog veel openstaande vragen niet beantwoord.
Duurzaamheidsscore op basis van ecologische duurzaamheid en diergezondheid
Voor deze analyse zijn gespecialiseerde melkveebedrijven gerangschikt op hun integrale duurzaamheidsscore op basis van een selectie van duurzaamheidskengetallen, beschikbaar in het Bedrijveninformatienet. Ook is op voorhand de groep qua structuur enigszins minder divers gemaakt. Zo zijn bedrijven die minder dan 300.000 of meer dan 3 miljoen kg melk produceren evenals extensieve bedrijven met minder dan 10.000 kg melk per ha en intensieve met meer dan 25.000 kg melk per ha in deze analyse niet meegenomen. Uiteindelijk is twee derde van de steekproefbedrijven meegenomen in de analyse.
De resterende melkveebedrijven zijn ingedeeld op basis van hun prestaties op een aantal indicatoren voor de thema’s diergezondheid en dierenwelzijn, klimaat en energie, milieu en biodiversiteit en weidegang. De integrale duurzaamheidsscore is berekend door voor alle kengetallen een score van 0–100 toe te kennen en deze scores per kengetal vervolgens op te tellen tot een totaalscore via een wegingssystematiek. De gemiddelde score van de gehele groep over alle duurzaamheidskengetallen zou bij een normale verdeling 50 zijn. De wegingsfactoren zijn zodanig gekozen dat alle vier de thema’s evenredig (dus 25%) bijdragen.
Er is gekozen voor een set kengetallen die in de praktijk vaak gebruikt wordt om de duurzaamheid van melkveebedrijven te beoordelen. Zie tabellen 2 en 4 voor de gehanteerde kengetallen. De nadruk ligt hierbij op ecologische duurzaamheid (planet-indicatoren) en diergezondheid. Economische resultaten zijn bewust niet in de integrale duurzaamheidsscore opgenomen omdat het doel is om te toetsen in hoeverre ‘ecologische’ en economische duurzaamheid samengaan. De 25% bedrijven met de hoogste integrale duurzaamheidsscore zijn in deze analyse vergeleken met de overige 75% van de bedrijven.
Betere economische prestaties bij hoge duurzaamheidsscore
Uit de analyse blijkt dat de 25% bedrijven met de hoogste duurzaamheidsscore een significant hoger inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid, een lagere kritieke melkprijs en lagere voer- en gezondheidskosten hebben in vergelijking met de overige bedrijven. Ook zijn deze 25% beste bedrijven financieel robuuster getuige de significant hogere solvabiliteit (deel eigen vermogen als onderdeel van het totaal vermogen).
De 25% beste bedrijven met een duurzame bedrijfsvoering hebben gemiddeld ook een lagere kostprijs en lagere langlopende schulden per kg melk (-10%) maar deze verschillen zijn niet significant. Hetzelfde geldt voor de iets lagere melkproductie per arbeidsuur.
Er zijn verschillen in de structuur van beide groepen melkveebedrijven. De 25% bedrijven met de hoogste score hebben gemiddeld 3 melkkoeien minder en 2 ha meer en zijn daardoor significant extensiever in kg melk per ha (15.587 versus 16.529). We zien geen significante verschillen in de opvolgingssituatie tussen de twee groepen. Het zou interessant zijn om in een vervolg ook te kijken of er verschillen zijn in de mate waarin de bedrijven recent zijn gegroeid.
Betere prestaties op alle duurzaamheidsthema’s
De 25% bedrijven met de hoogste duurzaamheidsscore presteren op alle 4 duurzaamheidsthema’s (klimaat, diergezondheid, milieu, biodiversiteit en weidegang) gemiddeld beter dan de overige bedrijven. Dit is enerzijds logisch omdat de bedrijven op de totaalscore van deze indicatoren zijn geselecteerd. Anderzijds is het wel vermeldenswaardig dat deze bedrijven erin slagen om goede prestaties op meerdere thema’s te combineren. Ze laten daarmee zien dat goede prestaties op het thema klimaat bijvoorbeeld samen kunnen gaan met goede prestaties op diergezondheid of weidegang. De 25% duurzaamste bedrijven scoren eveneens beter op alle onderliggende indicatoren en de verschillen zijn in ruim de helft van de gevallen ook nog significant.