De Tweede Kamer had de regering gevraagd om binnen een half jaar een plan van aanpak te presenteren dat erop gericht is om kalveren voor een bepaalde tijd bij de moeder te laten. Staatssecretaris van Dam ziet onvoldoende reden waarom de overheid zou moeten bepalen of een kalf langere tijd bij de koe moet blijven.
Volgens de staatssecretaris raakt het onderwerp mensen: "Dat blijkt zowel uit het debat in de Kamer als uit de vele reacties van de sector en maatschappelijke organisaties. Daar waar de een vooral reageert vanuit emotie, benadrukt de ander juist de feiten. Dat leidt tot een boeiende discussie waarbij alle belanghebbenden één ding gemeen hebben, namelijk een goede zorg voor het kalf."
Of het kalf bij de koe gehouden wordt is sterk afhankelijk van het stalsysteem, het management en de wensen en keuzes van de melkveehouder. Zo worden pasgeboren kalveren op de meeste bedrijven – ook op advies van de rundveedierenartsen – direct gescheiden van de koe. Bedrijven hebben hier verschillende redenen voor zoals het (al jaren) toegepaste bedrijfssysteem, ter voorkoming van infectieziekten zoals para-tbc en omdat de boer(in) toezicht en controle wil houden op het individuele kalf.
Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn staat niet vast dat het kalf bij de koe houden per definitie beter is voor het welzijn van zowel kalf als koe. Ook is de veiligheid van een kalf niet altijd geborgd, zeker niet in de gangbare stallen met roostervloeren en grote ligbedden. Ook de KNMvD heeft zich uitgesproken tegen het verplicht' bij elkaar houden van het kalf en de koe.
Van Dam gaat wel in overleg met de sector, de Dierenbescherming en het Louis Bolk Instituut om melkveehouders te faciliteren die overwegen het kalf voor bepaalde tijd bij de koe te houden.
Bron: Ministerie van Economische Zaken