De Nederlandse landbouw heeft tussen 1995 en 2014 een productiestijging laten zien van 22 procent. Tegelijkertijd bleven de inkomsten van landbouwbedrijven achter bij deze stijging. Dit meldt CBS.
Het aantal landbouwbedrijven daalde in de periode 1995–2014 met 42 procent. In 1995 telde Nederland nog 113 duizend agrarische bedrijven, in 2014 is dit aantal gedaald tot 65 duizend. Tegelijkertijd daalde het arbeidsvolume met 22 procent. Toch steeg het productievolume met 22 procent in diezelfde periode. Dit hangt onder meer samen met nieuwe landbouwtechnologie en schaalvoordelen. De bedrijven zijn flink groter geworden. Een doorsnee bedrijf in 2014 had 62 procent meer grond dan in 1995.
Productie neemt toe maar aandeel in bbp daalt
In 1995 was de waarde van de Nederlandse agrarische productie 19 miljard euro. Het aandeel van de land- en tuinbouw in het bruto binnenlands product (bbp) was toen nog 2,8 procent. In 2014 is dat afgenomen tot 1,5 procent van het bbp, terwijl de waarde van de productie met 43 procent is toegenomen tot 27 miljard euro.
Inkomsten per arbeidsjaar landbouw blijft achter
De inkomsten in de landbouw per arbeidsjaar zijn in de periode 1995–2014 minder toegenomen dan in de rest van de Nederlandse economie. Deze vertoonde de afgelopen 19 jaar een grillig verloop. In 2014 was dit bijna 14 procent hoger dan in 1995. Gemiddeld stegen de inkomsten per arbeidsjaar in de totale economie in diezelfde periode ruim 4 keer harder. In 2014 was dat 72 procent hoger dan in 1995.
Hogere kosten en lagere afzetprijzen
De inkomsten per arbeidsjaar in de landbouw staan onder druk als gevolg van de lagere afzetprijzen van landbouwproducten door de toename van het aanbod op de wereldmarkt. Daarnaast heeft de agrarische sector te maken met de hogere kosten van onder meer diervoeder en aardgas.
Bron: CBS