De komende jaren gaat het kabinet extra investeren in innovatie, onderzoek en productontwikkeling. Tot eind 2016 kunnen mkb-bedrijven profiteren van € 6 miljoen voor productontwikkeling via zogenaamde Innovatie Prestatiecontracten. Daarnaast reserveert het kabinet de komende tien jaar in totaal € 50 miljoen extra investeringskapitaal voor innovatieonderzoek. Dat schrijft minister Henk Kamp van Economische Zaken in brieven aan de Kamer over de uitwerking van het amendement Van Veen/Vos en het Toekomstfonds.
“Met deze impulsen bieden wij ondernemers en onderzoekers kansen om samen nieuwe producten en diensten te ontwikkelen waar Nederlanders morgen en overmorgen hun brood mee gaan verdienen. Dat is van grote waarde voor onze aantrekkende economie”, aldus de bewindspersoon.
Met de aanvulling van € 50 miljoen in komende tien jaar komt er vanuit het Toekomstfonds in totaal € 150 miljoen aan investeringskapitaal beschikbaar voor onderzoeksprojecten. Het geld wordt benut voor investeringen in onderzoeksfaciliteiten en om onderzoekers intensiever samen te laten werken met bedrijven.
Impuls voor bedrijvigheid
In 2015 gaat het kabinet een eerste deel van € 80 miljoen vanuit het Toekomstfonds investeren. Dit wordt ingezet voor verschillende doelen. Het wordt onder andere benut voor nieuwe proeffabrieken voor de digitalisering van de industrie, oftewel smart industry. In deze zogenaamde Fieldlabs ontwikkelen onderzoekers en bedrijven met betere benutting van ICT nieuwe producten en diensten, waardoor Nederland haar concurrentiepositie kan verstevigen.
Ook komen projecten voor financiering in aanmerking die gericht zijn op het creëren van bedrijvigheid uit kennis, zoals de ontwikkeling van nieuwe licenties, aan te vragen octrooien of de opzet van business cases.
Daarnaast is er geld beschikbaar voor samenwerking tussen universiteiten, bedrijven en organisaties op het gebied van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Hoeveel budget er per project wordt uitgetrokken, is afhankelijk van de voorstellen en zal op een later moment bekend worden gemaakt.
Meer informatie
www.rijksoverheid.nl