Staatssecretaris Dijksma heeft besloten onder voorwaarden het gebruik van een veeverlosapparaat toe te staan. Tot op heden was het voor veehouders toegestaan een geboortekrik in bezit te hebben, maar niet om te gebruiken. Per 1 juli 2015 gaat de nieuwe regeling in. Dit heeft Dijksma bekend gemaakt in de Staatscourant.
Het is in het belang van zowel het dier als de veehouder dat de geboorte zo goed mogelijk verloopt, aldus Dijksma. De melkkoe is het kapitaal van de veehouder en bekend is dat de periode rondom de geboorte van een kalf de meest kwetsbare en risicovolle periode is.
Daling moeilijke geboorten
CRV houdt gegevens bij over het geboorteverloop. Daaruit blijkt dat het percentage moeilijke geboorten de laatste 5 jaar is gedaald met 25 tot 30%. Dit is te verklaren door het gerichte fokkerijbeleid waarbij stieren die dochters opleveren met meer dan gemiddelde geboortemoeilijkheden niet of nauwelijks meer worden ingezet voor de fokkerij. Daarnaast hebben de meeste melkveehouders tegenwoordig een afkalfbox met stro waardoor het natuurlijke geboorteproces wordt bevorderd. De meeste geboorten verlopen zonder problemen, maar er zijn situaties waarbij het wenselijk wordt geacht om een hulpmiddel in te zetten.
Hoewel wettelijk verboden werd tot op heden in de praktijk het veeverlosapparaat door zowel houders als dierenartsen ingezet. Uit een onderzoek van CAH Dronten blijkt dat meer dan 90% van de houders wel eens een veeverlosapparaat gebruikt met als belangrijkste reden om zowel koe als kalf het geboorteproces goed te laten doorstaan en de overlevingskans van beiden te verbeteren.
Daarnaast geven houders aan het veeverlosapparaat te gebruiken om rugklachten en andere lichamelijke klachten te voorkomen. Inschatting van zowel de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde als de Land- en Tuinbouw Organisatie is dat in de gevallen waar de dierenarts bij een bevalling wordt geroepen (in ongeveer 5% van de gevallen) naar schatting in ongeveer 50 tot 60% van die gevallen een veeverlosapparaat wordt gebruikt.
Discussie
In december 2013 ontstond in de Tweede Kamer een discussie over het gebruik van het veeverlosapparaat (de ‘geboortekrik”). De betrokken partijen zijn het alle eens dat het wenselijk is om het gebruik van een veeverlosapparaat wettelijk te regelen. Op basis van een advies van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht zijn de technische eisen waaraan het apparaat moet voldoen en de omstandigheden waaronder het apparaat mag worden gebruikt, bepaald.
Dijksma stelt de volgende 7 eisen aan de geboortekrik:
- Het toestel is te stabiliseren tegen de achterhand van een staande of liggende koe.
- Het toestel beschikt over een flexibele tweedelige beugel die om de achterhand van de koe past
- De bevestiging van de stang aan de beugel maakt variatie in trekrichting mogelijk.
- De lengte van de stang bedraagt 1,8 tot 2 meter.
- De trekkracht van de stang is tijdelijk te verminderen zonder afkoppelen of afglijden van het toestel.
- Het toestel is eenvoudig te reinigen en te desinfecteren.
- Het krachttoestel bevat een trekkrachtindicator.
Apparaten die vóór inwerkingtreding van de regeling zijn aangeschaft en aan alle eisen voldoen, maar geen trekkrachtindicator bevatten, zijn nog tot 1 januari 2025 toegelaten.
Meer informatie
Rijksoverheid
W.: www.rijksoverheid.nl