De interesse naar biologische bedrijfsvoering groeit onder de Nederlandse melkveebedrijven. Volgens Skal Biocontrole hebben al 60 melkveehouders zich geregistreerd bij Skal voor omschakeling. Dat is meer dan in heel 2015, toen zijn 49 melkveehouders het omschakelproces naar biologisch gestart.
De omschakelperiode voor grasland is twee jaar, de omschakelperiode voor vee is een half jaar. Vanaf de startdatum van omschakeling van de percelen moet de veehouder voldoen aan alle bio-regelgeving voor het grasland.
Wanneer de melkveehouder kan voldoen aan de biologische regelgeving voor de runderen (o.a. diervoeding, percentages 'in omschakeling naar biologisch' voer) dan kan hij het vee gaan omschakelen. In de praktijk is dit meestal een jaar ná aanmelding van de percelen. De melkveehouders worden door Skal gecertificeerd na de omschakelperiode van het vee. Na certificatie mogen ze hun melk als biologisch gaan verkopen.
Motieven
Skal registreert niet welke motieven ten grondslag liggen aan een besluit tot omschakeling van een ondernemer. In de praktijk is het een combinatie van bedrijfseconomische overwegingen en de behoefte aan een duurzamer manier van bedrijfsvoering. In de sectoren waar sprake is van een hoog aantal instappers in de bio-sector, liggen de prijzen van de gangbare dierlijke producten langdurig op een laag niveau.
Ook is een bedrijfsoverdracht naar de volgende generatie vaak een moment om te besluiten tot omschakeling. De nieuwe eigenaren van het bedrijf willen of moeten investeringen doen in de modernisering van het bedrijf en kiezen dan voor investeringen die hun producten positief onderscheidend maken in de markt.
Bron: Skal Biocontrole