De afgelopen jaren houden melkveebedrijven zich steeds minder bezig met nevenactiviteiten. Zo is de verkoop aan huis bij melkveebedrijven gedaald, de stalling van goederen, het agrotoerisme en het aantal kinderdagverblijven.
- In 2003 haalde ruim 36% van de landbouwbedrijven nog inkomsten uit verbreding. Dit aantal is in 2016 gedaald tot slechts 23,5%.
- Het percentage van het aantal landbouwbedrijven dat aan huis verkocht in 2003 was 6,3% dit aantal is in 2016 gedaald naar 4,7%. Bij de melkveebedrijven is dit aantal gedaald van 3,1% naar 2,5%.
- 4,5% van de landbouwbedrijven doet in 2016 aan verbreding door middel van stalling. Bij de melkveebedrijven ligt dit percentage op 2,1%.
- Vanaf 2008 tot en met 2013 heeft er een flinke stijging plaatsgevonden van het aantal agrarische kinderopvangen. Echter is dit aantal ten opzichte van 2013 alweer gedaald met 35% en is het zelfs ten opzichte van 2010 gedaald met ruim 22%. Een agrarische kinderopvang komt bij de melkveebedrijven nog steeds meer voor dan bij akkerbouwbedrijven.
Houdt u zich als melkveehouder bezig met nevenactiviteiten?
Opent u dit bericht op een computer dan kunt u rechts de poll invullen. Opent u dit bericht op uw mobiel dan kunt u hieronder de poll invullen.
Vul de poll in en kom erachter welke nevenactiviteiten het meest voorkomen bij melkveebedrijven!