Het aantal kaaswinkels is de afgelopen tien jaar met ruim een kwart gestegen, maar nergens in Nederland ging het zo hard als in Amsterdam. In de hoofdstad waren begin dit jaar 55 kaasspeciaalzaken, 80 procent meer dan in 2007. Dat meldt het CBS op basis van een nieuwe analyse van bestaande cijfers over speciaalzaken in voedsel.
Het aantal kaaswinkels in Nederland nam toe van 475 in 2007 naar 605 in 2017. Met name de laatste jaren steeg de aanwas van nieuwe kaasboeren. Sinds 2014 kwamen er per saldo 80 kaaswinkels bij. Dat betekent dat Nederland nu 1 kaasboer telt op ongeveer 28 duizend inwoners. In Amsterdam is de verhouding 1 kaaswinkel per 15 duizend inwoners. In de hoofdstad zijn relatief veel toeristen, die kaas graag als souvenir meenemen.
Zuid-Holland kaaskoploper
De toename van het aantal kaaswinkels is het grootst in Noord-Holland, van 85 in 2007 tot 130 in 2017, vooral dankzij de groei in Amsterdam. Zuid-Holland heeft nog altijd de meeste kaaswinkels, maar in de provincie bleef het aantal winkels met 135 per saldo gelijk. Ook in Limburg en Zeeland was geen sprake van groei. Amsterdam heeft nu tweeënhalf keer meer kaasboeren dan Rotterdam en Den Haag, waar het aantal kaaswinkels niet toenam.
In de 605 kaaswinkels in Nederland werken ruim 1 400 mensen. Tien jaar geleden waren dat er een kleine 1 300, een stijging van meer dan 10 procent. Het aantal werkzame personen in kaaswinkels steeg in de hoofdstad van minder dan 100 naar ongeveer 200 in tien jaar tijd.
Gemiddeld werken er ongeveer 2,5 mensen in een kaaswinkel, in 2007 waren dat er iets minder dan 3. Veel nieuwe kaaswinkels in Amsterdam zijn met 5 tot 9 werkzame personen relatief groot. Het gemiddelde aantal werkzame personen per Amsterdamse vestiging steeg van iets minder dan 3 in 2007 naar meer dan 3,5 in 2017.
Andere speciaalzaken
Speciaalzaken in etenswaren hebben zich sinds 2007 verschillend ontwikkeld. Waar sommige winkels de concurrentie met supermarkten verliezen, zijn andere juist aan een opmars bezig. Behalve kaasboeren zijn er in 2017 ook meer viswinkels, winkels in natuurvoeding en winkels in buitenlandse voeding dan in 2007.
Vandaag de dag zijn er bijna 35 procent meer viswinkels dan in 2007. Het aantal winkels in natuurvoeding en buitenlandse voeding nam toe met ongeveer 18 procent. Het aantal groentewinkels daalde daarentegen met bijna 30 procent. Ook het aantal slagers en poeliers daalde, met bijna 19 procent en 12 procent.