Op 12 juli zijn tijdens een Breed4Food-seminar de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van fokkerij besproken. Het onderzoek richt zich in toenemende mate op het verzamelen en slim benutten van DNA-informatie. Een korte impressie.
Nauwkeuriger selecteren met DNA
In de veeverbetering, willen we de dieren selecteren met de beste genetische aanleg. Daardoor wordt de volgende generatie net iets gezonder, of socialer, of produceert net iets meer. Het vinden van dieren met de beste genetische aanleg kost enorm veel rekenwerk. Aangezien familieleden voor een deel dezelfde genen hebben, is de kans op een goede genetische aanleg groter als ook de familieleden een goede prestatie leveren. Inmiddels gebruiken we hiervoor DNA-informatie.
Zo kunnen we met meer zekerheid (betrouwbaarheid) zien hoeveel het DNA van familieleden overeenkomt en dus ook hoe verwant de dieren zijn. We kunnen zelfs locaties op het DNA identificeren die invloed hebben op een bepaald kenmerk. Door deze ontwikkeling zijn we in staat om nog beter en met grotere nauwkeurigheid de beste dieren selecteren. Momenteel wordt er dan ook veel onderzoek gedaan om de DNA-informatie zo optimaal mogelijk te gebruiken, waardoor de nauwkeurigheid van het selecteren van dieren groter wordt.
Genomica vergroot jaarlijkse genetische vooruitgang
In de fokkerijstructuur van varkens, leghennen en vleeskuikens zijn de productiedieren kruisingen, terwijl selectie van ouderdieren plaats vindt in de raszuivere lijnen in verschillende omgevingen. Daarom is het heel belangrijk om te weten hoe je genomische informatie van nakomelingen uit kruisingen kunt benutten voor de fokwaardeschattingen van de ouderdieren van de zuivere lijnen.
Voor melkvee is het Holstein ras het belangrijkste ras en daarom kwam de vraag of de al beschikbare informatie van dit ras ook toegevoegde waarde kan hebben voor de fokwaardeschattingen in andere rundveerassen. Want door toepassing van de genomische informatie is de jaarlijkse genetische vooruitgang aanzienlijk omhoog gegaan.
Ook laat een grote meta-analyse zien dat de genetische achtergrond van hoe groot een mens of dier wordt vergelijkbaar is en dat deze genen ook al aanwezig waren in de periode toen er nog geen sprake van domesticatie was. En wordt onderzocht hoe je nieuwe kenmerken als gebruik van microbiota in darm of uier of voeropnamedata kunt benutten om gezondere dieren te fokken.