LTO Nederland is lid van COPA-COGECA, de Europese koepelorganisatie voor boeren en tuinders en hun coöperaties. COPA-COGECA benadrukt bij het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Europese Raad dat ook tijdens de coronacrisis de interne markt, met vrij verkeer van goederen en mensen, voor boeren en tuinders cruciaal is.
De land- en tuinbouw en haar voedings- en sierteeltketens moeten ook nu soepel kunnen blijven functioneren. Met een sterke steun vanuit de EU kan aantasting van de agrarische inkomens en het wegvallen van een optimale voedselvoorziening worden voorkomen. Daarom moet de ‘Boer-tot-Bord’ strategie worden uitgesteld; boeren en tuinders hebben op dit moment wel wat belangrijkers aan hun hoofd.
Toegang tot afzetmarkten en inputs
Brussel moet er alles aan doen om de grenzen binnen de EU open te houden voor zowel voedsel, sierteeltproducten als arbeidskrachten. Een groot deel van het inkomen van Nederlandse boeren en tuinders wordt namelijk verdiend op de Europese interne markt. Daarnaast moeten markten buiten de EU toegankelijk blijven. Dat is op dit moment geen sinecure. Niet alleen zijn er controles aan grenzen, ook is er een gebrek van vervoerscapaciteit door een gebrek aan koelcontainers en minder vluchten. De Europese Raad heeft benadrukt dat essentiële, gezondheid-gerelateerde en bederfelijke goederen zoals levensmiddelen niet mogen worden onderworpen aan onredelijke handelsbeperkingen door EU-lidstaten.
Daarom moet Brussel snel met marktmaatregelen komen om zo markten te stabiliseren om een grote daling van het inkomen van boeren en tuinders te voorkomen. Voor de veehouderijsectoren ligt het voor de hand om particuliere opslag van zuivelproducten en vlees tijdelijk te subsidiëren. De mogelijkheid om import van lamsvlees te beperken zou onderzocht moeten worden.
Onnodige beperkingen voor samenwerking tussen bedrijven door de mededinging moeten worden vermeden. Aanpassingen in de Gemeenschappelijke Markt Ordening (GMO) kunnen noodzakelijk zijn. Te denken valt aan een ‘crisiskartel’ om de ergste verstoringen van gesloten markten op te vangen. Zo moeten erkende Producenten Organisaties in bijvoorbeeld de groenten- en fruitsector hun operationele plannen kunnen aanpassen voor het nemen van crisismaatregelen.
Uitgangsmateriaal en veevoer moet beschikbaar blijven
Het is ook belangrijk dat boeren en tuinders kunnen blijven beschikken over inputs, zoals veevoer en uitgangsmateriaal. Diervoedermaterialen, toevoegingsmiddelen voor diervoeding, mengvoeder voor landbouwhuisdieren – moeten als essentieel goed worden aangemerkt zodat ze in de Europese Unie vrij kunnen circuleren. Dat geldt ook voor bestuivende insecten, natuurlijke vijanden, meststoffen, verpakkingen, gewasbeschermingsmiddelen en uitgangsmateriaal als zaden en pootgoed.
Financiële ondersteuning
De Europese Commissie biedt EU-lidstaten sinds kort extra ruimte met staatsteun tot 100.000 euro per primair bedrijf en maximaal 800.000 euro voor ketenbedrijven. Met maximale flexibiliteit in het toepassen van de regels voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB), verruiming van mogelijkheden voor staatsteun en de inzet van het crisisbudget moeten getroffen sectoren zoals de fritesaardappeltelers en het agrotoerisme in deze crisis worden ondersteund. Alleen zo kunnen zij de ergste klappen opvangen. In het plattelandsbeleid mag nog niet besteed geld nu worden ingezet voor de bestrijding van de crisis. Dit geldt ook voor de cohesiefondsen. Het is nu zelfs mogelijk om maatregelen voor 100% met EU-geld te financieren. In de fruit- en groentesectoren moet onder andere meer geld kunnen worden ingezet voor crisismanagement en de EU-cofinanciering voor marktinterventies moet omhoog van 50 naar 70%. Daarnaast is het van belang dat GLB-betalingen in 2020 ook eerder worden uitbetaald. Dit heeft COPA-COGECA mede namens LTO de afgelopen weken zowel bij de voorzitters van de Europese Raad, Commissie als Parlement bepleit.
Bron: LTO Nederland