De Zweedse regering heeft besloten om bijna €39 miljoen via een nationaal steunpakket uit te delen naar aanleiding van de droogte die afgelopen zomer toesloeg. Ook zijn er al voorstellen gedaan voor verdere steun in 2019.
De steun is bedoeld voor schapen-, runder- en melkveehouderijen die getroffen zijn door de droogte van de afgelopen zomer. Door de droogte is er niet voldoende veevoer voor de komende winter geproduceerd. De steun valt onder de zogenaamde ‘de-minimus’-regeling. Dit is een steun die een EU-lidstaat mag verlenen zonder dat te hoeven melden aan de Europese Commissie voor goedkeuring. Volgens deze regeling mag maximaal €15.000 worden uitgegeven aan een onderneming gedurende een periode van drie jaar. Een boer komt in aanmerking voor steun wanneer hij of zij ten minste tien zogenaamde ‘diereenheden’ in bezit heeft. Zo telt een rund als één diereenheid, terwijl een schaap telt als 0,15 diereenheden. Voor elk diereenheid wordt vervolgens €40 uitgegeven. Het maximale bedrag wat een boer op deze manier kan ontvangen is €15.000. De steun zal worden uitbetaald in december 2018.
Steun dekt niet alle kosten
Uit een rapportage van Sveriges Television, de publieke nieuwsomroep in Zweden, blijkt dat de steun maar een klein deel van de werkelijke kosten dekt. “De steun zou gerelateerd moeten zijn aan de grootte van de boerderij”, zegt Axel Olov Karlsson, eigenaar van een boerderij met meer dan 900 stuks vee. De extra onkosten voor veevoer hebben hem dit jaar tussen de €145.000 en €200.000 gekost. In de 40 jaar dat hij zijn boerderij runt heeft hij nog nooit zoiets meegemaakt. “Dit is nog nooit voorgekomen en ik hoop dat het ook nooit weer zal gebeuren”, aldus Karlsson. In het begin van juli zagen hij en zijn zoon, Henrik Karlsson, al in dat de situatie ernstig zou worden. “We realiseerden ons dat het niet goed zou komen en we durfden er niet op te vertrouwen dat een tweede oogst ons zou teruggeven wat we verloren hebben bij de eerste oogst. Dus we besloten actie te ondernemen en voer in te kopen”, zegt Henrik Karlsson. De situatie was acuut en de boerderij kreeg een lening om voer van andere boerderijen te kopen voor hun vee. Mirja Hers, afdelingshoofd bij de instantie die de steun samenstelde, zegt goed op de hoogte te zijn van de gespannen situatie in de landbouw. “Onze opdracht is om een steun te formuleren die uitbetaald kan worden aan de boeren. Daarom hebben we bepaald om voor de komende jaarwisseling al uit te betalen.”
Steun voor 2019
Bepaalde onderdelen in de landbouw kunnen wederom geld krijgen aan steun in 2019. Dit betreft het tweede deel van het crisispakket van de regering, dat meer dan €73,5 miljoen bedraagt. “We zien dat de veehouderij nog steeds onze voornaamste aandacht nodig heeft. Veehouderijen hebben dit jaar te maken gehad met sterk stijgende productiekosten en we begrijpen dat een afname in het aantal dieren een lange tijd nodig heeft om zich te herstellen als zij hierbij geen hulp krijgen,” aldus Tjitte de Vries, verantwoordelijke voor het samenstellen van de steun. Op basis van gesprekken met veehouderijen, belangenorganisaties en relevante instanties, zijn er twee voorstellen gedaan voor de verdeling van de steun. “Van deze twee voorstellen zijn we zelf voorstander van een verdeling gebaseerd op het verbruik van diesel in 2018. We vinden dat het dieselverbruik een goede verdeelsleutel is die de stijgende kosten van een bedrijf weerspiegelt.” Ook de bedrijven die een lager inkomen hadden vanwege een verminderde oogst krijgen door dit voorstel een deel van de steun.
Geen belastingverlaging voor diesel
De Vries wil benadrukken dat het voorstel geen belastingverlaging voor diesel inhoudt. Het gaat slechts om een verdeling op basis van het verbruik van diesel en andere brandstoffen in 2018. De steun kan daarom niet beschouwd worden als het hebben van een sturend effect op het dieselverbruik. “Een belangrijk voordeel is dat er reeds een administratief systeem is die we kunnen gebruiken voor het uitbetalen van de steun. Door het gebruik van een bestaand systeem houden we de kosten zo laag mogelijk en dit geeft de mogelijkheid om simpel en snel te voldoen aan de behoefte van de industrie”, aldus De Vries.
De bedrijven in de pluimveehouderij en tuinbouw krijgen door deze verdeelsleutel geen groot deel van de steun. Zij kunnen in plaats daarvan in aanmerking komen voor ontwikkelingsprojecten die het bedrijf meer bestendig maken tegen extreme weersomstandigheden. Het tweede voorstel wat is gedaan gaat om een afstemming van de steun op basis van het aantal dieren wat een bedrijf in bezit heeft, op een soortgelijke wijze als het steunpakket voor 2018. Het geld dat beschikbaar komt voor 2019 valt niet onder de ‘de-minimus’-regeling zoals de steun voor 2018 dat deed. De volgende stap in het proces is dat de regering een besluit zal nemen over de voorstellen. De steun zal op zijn vroegst in juni 2019 uitbetaald worden.
Bron: Agroberichten Buitenland, 06-11-2018