De consumentenprijsindex van zuivel is in december 2019 uitgekomen op 112 punten (2015 =100) en nauwelijks veranderd ten opzichte van twee maanden eerder. De gemiddelde consumentenprijs van zuivel was het afgelopen jaar 4% hoger dan in 2018, en daarmee hoger dan ooit. De producentenprijzenindex van zuivel is in december op 113 punten uitgekomen, één punt onder het jaargemiddelde. De prijsindex af boerderij is in de laatste twee maanden met 5% gestegen naar 108 punten, 2% hoger dan het jaargemiddelde. In 2019 zijn de melkprijzen af boerderij stabiel gebleven in vergelijking met voorgaande jaren.
Consumentenprijzen
De consumentenprijsindex (CPI) van zuivel is in december uitgekomen op 112 punten (2015=100). De prijsstijging van nog geen 1% in november is tenietgedaan door een daling in december. De gemiddelde consumentenprijs van zuivel is in 2019 4% hoger dan in 2018 en hoger dan ooit. Het prijsverschil met het voorgaande jaar is mede te verklaren door de verhoging van het btw-tarief begin 2019 (van 6% naar 9%). Er zijn onderlinge verschillen in de prijsontwikkeling van zuivelproducten. De prijzen van houdbare melk zijn het minst gestegen (2%). De prijzen van verse halfvolle en magere melk, en van kaas en kwark het meest (4%).
Prijzen zuivelindustrie en af boerderij
De producentenprijsindex voor zuivel (PPI) is in december 2019 uitgekomen op circa 113 punten. Dat is 3% lager dan het hoogste niveau van het jaar in juni. Het gemiddelde niveau van de PPI in 2019 is 114 punten en ligt 3% hoger dan in 2018. De prijsindex af boerderij is in december 2019 uitgekomen op 108 punten. Dat is 5% hoger dan het laagste niveau van 2019 in oktober. De prijsstijgingen in de tweede helft van het jaar passen bij een normaal seizoenspatroon, met lage af boerderij prijzen in het voorjaar en stijgende prijzen in de loop van de zomer. In 2019 zijn deze prijsstijgingen echter relatief laat ingezet. Het gemiddelde niveau van de prijsindex af boerderij in 2019 ligt op 106 punten en is vergelijkbaar met het jaar daarvoor. In 2019 zijn de melkprijzen af boerderij stabiel vergeleken met alle voorgaande jaren.
In Nederland heeft de afschaffing van de melkquotering in 2015 tot een hogere melkproductie geleid, terwijl de afzet van zuivel haperde. Dit heeft een grote impact gehad op melkprijs voor boeren en industrie. Vanaf de tweede helft van 2016 is de marktsituatie gekanteld. De snel aantrekkende vraag naar zuivel op de Aziatische markten heeft de prijzen snel omhooggedreven. Vanaf 2017 was de stijging van de mondiale vraag groter dan het aanbod. De verwachting in de Europese Unie is, aansluitend op de OECD en FAO (Agriculture Outlook), dat de zuivelmarkt in de komende jaren zal groeien. De EU zou bijna 30% van de toenemende wereldvraag voor haar rekening nemen.
Keten
Het merendeel van de zuivelproducten wordt door consumenten in het supermarktkanaal gekocht. Supermarkten kopen melk en zuivelproducten van de zuivelindustrie, die daarnaast ook een aanzienlijk deel exporteert. De industrie wordt volledig beleverd door de Nederlandse melkveehouders. Er vindt nauwelijks import van rauwe melk plaats.
Toelichting op drie niveaus
Driekwart van de zuivelproducten wordt via de retail verkocht en een kwart via de horeca en andere kanalen. Het totaal aan bestedingen aan zuivel in alle verkoopkanalen voor voedsel in Nederland wordt geraamd op bijna 5,8 miljard euro in 2018.
In 2018 telde de Nederlandse zuivelindustrie 25 ondernemingen die in totaal 53 productielocaties hebben met een capaciteit groter dan 10 miljoen kg. Ongeveer 90% van de gecollecteerde melk wordt verwerkt door vijf coöperaties. Het overgrote deel van de rauwe melk wordt verwerkt in kaas (55%) en melkpoeder (14%). Circa 6% rauwe melk gaat naar consumptiemelk(producten). De sector is internationaal georiënteerd: het saldo van de handelsbalans bedraagt 3,9 miljard euro, ofwel circa de helft van de productiewaarde van de Nederlandse zuivelsector. Bijna driekwart van de export is bestemd voor markten in de EU.
Op de Nederlandse retailmarkt zijn de inkooporganisaties van supermarkten Ahold Delhaize (35% marktaandeel), Jumbo (19% marktaandeel) en Superunie (28% gezamenlijk marktaandeel van aangesloten winkelformules) de belangrijkste afzetpartijen voor de zuivelindustrie.
In 2018 waren er in Nederland ongeveer 17 duizend bedrijven met melk- en kalfkoeien, die gezamenlijk bijna 14 miljard kg melk afleveren aan de zuivelindustrie; een relatief klein deel wordt achtergehouden op boerderijen en daar verwerkt. De omvang van de productie is tot april 2015 beperkt geweest door de quotering in het kader van het EU-zuivelbeleid. Per 1 april 2015 zijn de quota komen te vervallen. De prijsondersteuning vanuit het Europees landbouwbeleid is al eerder grotendeels vervangen door directe betalingen.
Prijsvorming
In de zomermaanden is er een groter aanbod van melk dan in de wintermaanden. Met toeslagen en heffingen worden boeren aangemoedigd om meer in de winter te leveren. De prijs die de melkveehouder ontvangt, bestaat uit een aantal componenten. In het geval van FrieslandCampina is het een garantieprijs, de jaarlijkse prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties-vast. Melkveehouders die niet aangesloten zijn bij een coöperatie, leveren melk op basis van contracten met de particuliere zuivelindustrie. Zuivelondernemingen en supermarkten spreken in bilaterale contractonderhandelingen de voorwaarden en de prijs van leveringen af, onder eigen merk of het huismerk.
Bron: Agrimatie.nl