Dieren moeten natuurlijk gedrag kunnen vertonen. Dat is het uitgangspunt van dierwelzijn. Dit betekent dat dieren bij warme weersomstandigheden beschutting en voldoende schoon drinkwater tot hun beschikking hebben. Bij warm weer en onvoldoende schaduw gaat de ademfrequentie van schapen en geiten omhoog.
Ze drinken meer en hebben een verminderde ruwvoeropname. Dit laatste zorgt voor een verminderde warmteproductie. Een hoge luchtvochtigheid kan hittestress bij warme weersomstandigheden verergeren.
Aandachtspunten
Daarom doet u er goed aan bij warm weer te zorgen dat:
- er altijd voldoende schoon drinkwater beschikbaar is;
- schapen en geiten niet te veel krachtvoer in een keer krijgen, omdat door de lagere opname van ruwvoer bij een gelijkblijvende krachtvoergift pensverzuring kan optreden;
- schapen en geiten beschutting kunnen vinden. Voor geiten is in een stal in de regel voldoende beschutting maar ook daar kan de temperatuur te hoog oplopen; ventilatoren kunnen voor geiten voor extra verkoeling zorgen;
- schapen niet worden geschoren: scheer ze ruim voor warme zomerse dagen of geef ze na het scheren beschutting om verbranding te voorkomen;
- schapen en geiten zo veel mogelijk met rust worden gelaten: geen extra behandelingen uitvoeren, niet transporteren en niet vaccineren. Bij vaccineren gaat de temperatuur van de schapen een beetje omhoog omdat de dieren actief zijn. Daarnaast kan het vaccin een reactie in dieren oproepen waardoor de temperatuur een graad extra kan stijgen; probeer dit te voorkomen.
Bron: GD Diergezondheid