Het hoofdbestanddeel van de voeding van een koe is gras. Als de koe net als ons maar één maag had, zou ze hier niets mee kunnen. Gelukkig beschikt de koe over een vernuftig magencomplex waarmee ze ruwvoer kan verteren.
In de pens leven micro-organismen die het gras fermenteren waardoor de voedingsstoffen vrijkomen. De koe gras voeren is dus eigenlijk het voeren van de micro-organismen in de pens. Als een koe een hap gras neemt, slikt ze dit bijna zonder te kauwen door. Het komt dan in de pens. Met een inhoud van zo’n 150-200 liter is dit de grootste maag die wel 200 verschillende micro-organismen bevat. In de pens beginnen deze direct met de afbraak van het voer. Om ervoor te zorgen dat de micro-organismen al het voedsel kunnen bereiken, trekt de pens iedere minuut 2 keer samen om de inhoud te mengen. Gas dat bij de fermentatie ontstaat, boert de koe op en de grove voerdelen herkauwt ze. De fijne delen gaan via de netmaag verder naar de boekmaag.
De functie van herkauwen is het voedsel verkleinen en voorzien van speeksel. Dit speeksel heeft een pH van 8 en werkt als buffer in de pens. Door het vele herkauwen bevat ruwvoer veel speeksel. Dit zorgt voor een verhoging van de pens pH. Krachtvoer daarentegen verlaagt de pH in de pens. Naast de bufferende werking bevat speeksel ureum. Dit dient als voedingsbron voor de bacteriën in de pens en onderdrukt de schuimvorming zodat de koe kan blijven boeren.
Als het voer fijn genoeg is, gaat het via de netmaag door naar de boekmaag. Deze laatste dankt haar naam aan de vele bladen in de wand die zorgen voor een groot oppervlak. Hierdoor kunnen water en voedingsstoffen worden opgenomen. De lagere pH-waarde in de boekmaag zorgt voor het afdoden van de bacteriën uit de pens. Indien de inhoud voldoende is aangezuurd gaat het door naar de lebmaag die te vergelijken is met onze maag. De pH daalt hier nog verder tot 2-3. Dit is nodig voor de vertering van bestendig eiwit.
Na het magencomplex gaat het voedsel door naar de dunne darm. Hier worden voedingsstoffen verder afgebroken zodat aminozuren en water geabsorbeerd kunnen worden. In de dikke darm gaat dit proces verder. Wat niet afgebroken of geabsorbeerd wordt, verdwijnt als mest in de put.
Ondanks dat gras het belangrijkste onderdeel is van de voeding, kijken de voeradviseurs vaak naar de bestanddelen van de voeding, namelijk bestendig en onbestendig vet en eiwit. In haar volgende column vertelt onze dierenarts en vruchtbaarheidsspecialist Fiona Christianen-Koen hier meer over.