Frankrijk is het belangrijkste landbouwland van de EU en, na Duitsland, de tweede grootste zuivelproducent. Het heeft met Lactalis en Danone twee groepen die zich in de wereldzuiveltop 3 hebben gevestigd en de Franse zuivelproducten, vooral de kazen, genieten wereldfaam.
De Grand Ouest ofwel het Grote Westen (Normandië, Bretagne en de Pays de Loire) neemt één derde van de Franse melkproductie voor zijn rekening maar de melkveehouderij is zeer gevarieerd in la Douce France, evenals de melkveerassen.
Met een aantal Europese landbouwjournalisten hadden we onlangs in Parijs nog contact met de Franse zuivelfederatie en minister van Landbouw Didier Guillaume. We bezochten een melkveebedrijf in de Champagne, niet echt een zuivelregio.
De Franse melkveehouderij
Volgens directeur-generaal Caroline Le Poultier van de nationale federatie van melkveehouders (FNPL) is Frankrijk gezegend voor de melkproductie, dankzij zijn klimaat, goed grasland en geschikte grond voor voedergewassen. Eén op vier landbouwbedrijven is een melkveebedrijf. Frankrijk telt 58.000 melkveebedrijven, verspreid over het land. Een Frans melkveebedrijf melkt gemiddeld 63 koeien. In de bergstreken zijn de bedrijven doorgaans wat kleiner maar ze zijn goed voor 22 procent van het totaal aantal bedrijven. Samen produceren ze 23,8 miljard liter koemelk en de zuivelsector biedt werk aan 298.000 mensen. De productiewaarde van de Franse melkveehouderij bedraagt 8,58 miljard euro of 13,3 procent van de Franse landbouwproductiewaarde. Slechts 2,6 procent van de productie is biomelk. Het gemiddeld eiwitgehalte was in 2018 3,22 procent, het gemiddeld vetgehalte 4,01 procent. De melkprijs bedroeg in 2018 33,85 euro/100 kg. In Frankrijk is Bretagne de belangrijkste zuivelregio, gevolgd door de Loirestreek, Basse-Normandie en Rhône-Alpes. Auvergne komt op de vijfde plaats. Zoals gesteld wordt een derde van de Franse melkproductie gerealiseerd in de Grand Ouest (Normandië, Bretagne, Pays de Loire). Holstein is veruit het belangrijkste melkveeras, vooral in de zuivelstreken (Noordwest-Frankrijk, Centraal Massief). In die regio’s is ook nog wat Jersey te vinden. In Normandië wordt het Normandisch ras vooral gepromoot voor de beschermde kaassoorten (Camembert en Pont l’Evecque). Maar er zijn nog andere regionale rassen, zoals het Vlaams Rood in het noordwesten en de Vosgienne in de Elzas. In de bergstreken komt Simmental veel voor maar ook elders, waar veel grasland beschikbaar is. 92 procent van de Franse koeien grazen trouwens minstens 210 dagen per jaar. Volgens Caroline Le Poultier besteedt de Franse melkveehouderij veel aandacht aan duurzaamheid. Zo is er het lastenboek ‘Ferme Laitière Bas Carbone’, waaraan alle melkveebedrijven tegen 2030 zouden moeten voldoen. “Tussen 1990 en 2010 heeft de sector zijn emissies met 23 procent teruggedrongen en tegen 2025 willen we de ecovoetafdruk nog eens met 20 procent verlagen”, aldus Caroline Le Poultier.
De verwerkende industrie
De Franse zuivelsector telt 762 verwerkende bedrijven. De coöperaties zijn goed voor 54 procent van de melkophaling, de private industrie voor 46 procent. Maar de private Franse zuivelsector is goed voor twee derde van de omzet van de Franse zuivelindustrie en verwerkt 60 procent van de Franse melk. De sector kan steunen op enkele belangrijke internationale spelers. Lactalis is de op één na grootste ter wereld. Dan zijn er nog Danone, de derde grootste, en ook Sodiaal, Savencia en Bel zitten in de wereldtop 25. Van deze 5 grote is enkel Sodiaal een coöperatie. De coöperaties, die 54 procent van de Franse melk ophalen en dus een deel bulk aan de private sector verkopen, hebben het moeilijk. Andere coöperaties dan Sodiaal proberen ook aan schaalvergroting te doen maar het regionalisme speelt parten. Ze maken vaak coöperatieve confederaties van kleinere coöperaties en rationaliseren onvoldoende. Ook in de creatie van meerwaardeproducten op grote schaal, hinken ze vaak achterop. Behalve streekproducten worden op grotere schaal vooral bulkproducten geproduceerd, zoals boter, melkpoeder en verse melk. De Franse zuivelindustrie realiseert een omzet van 30 miljard euro. Ze produceert 1.500 verschillende producten, waarvan 1.200 kazen. In 2018 werd 3 miljoen ton drinkmelk geproduceerd, 497.000 ton room, 1,4 miljoen ton yoghurt en aanverwante producten, 420.000 ton boter, 1,7 miljoen ton kaas, 400.000 ton magere melkpoeder, 544.000 ton weipoeder en 116.000 ton volle melkpoeder. Frankrijk heeft 50 zuivelproducten met beschermde oorsprongsbenaming (AOP) en 10 zuivelproducten met beschermde geografische aanduiding.