Samenwerkingen tussen melkveehouders en akkerbouwers kunnen de negatieve effecten van nieuwe wet- en regelgeving gedeeltelijk beperken. Samenwerken draagt ook bij aan een duurzaam rendement voor de melkveehouder en aan verduurzaming van de zuivelketen.
In het project ‘Nieuwe regels maken samenwerking met akkerbouwer voor melkveehouder aantrekkelijker‘ is gekeken naar de mogelijkheden van samenwerking tussen melkveehouders en akkerbouwers bij recente en toekomstige veranderingen in wet- en regelgeving. Dergelijke samenwerkingen kunnen gunstig uitpakken voor zowel de melkveehouder als de akkerbouwer. Het rapport geeft een overzicht van de effecten. Er is een flyer beschikbaar met de belangrijkste punten uit het onderzoek.
Veranderingen in wet- en regelgeving
De onderzoekers hebben de belangrijkste wijzigingen uit het 7e actieprogramma voor de Nitraatrichtlijn, het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de eco-regeling uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) op een rijtje gezet. Voeg daarbij het afbouwen en later wegvallen van de derogatie en er zijn weer veel veranderingen in regelgeving voor melkveehouders en akkerbouwers. Op een rijtje zijn dat:
- Minder dierlijke mest op eigen land, onder andere door einde derogatie en verplichte bufferzone.
- Minder areaal productief land, door onder andere teeltvrije zones en 4% niet-productief land.
- Meer rust- en vanggewassen in het bouwplan door rotatie-eisen.
- Het groen houden van percelen, door het inzaaien van vanggewassen, het gebruik van groenbemesters en beperkte tijd om grasland te scheuren.
In de nabije toekomst worden meer veranderingen in regelgeving verwacht. Het gaat om regelgeving voor grondgebonden veehouderij, die waarschijnlijk volgt uit het nieuwe mestbeleid. Daarnaast komt er zeer waarschijnlijk in het NPLG een beperking voor de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen.
Van eenvoudige tot verregaande samenwerking
Er zijn verschillende opties om als melkveehouder en akkerbouwer samen te werken. Mestafzet door een melkveehouder bij een akkerbouwer is een relatief eenvoudige samenwerking. Verregaande samenwerkingen zijn een gezamenlijk bouw- en bemestingsplan en het samenvoegen van de bedrijven of delen daarvan.
Effecten van samenwerken
Veel recente ingevoerde veranderingen pakken gunstig uit voor samenwerkingen tussen akkerbouwers en melkveehouders, dit geldt alleen niet voor het verplicht telen van meer rust- en vanggewassen. Dit komt vooral omdat blijvend grasland punten oplevert in de eco-regeling. Een melkveehouders zal daarom een perceel met blijvend grasland perceel liever niet willen opnemen in de vruchtwisseling van een akkerbouwer.
Ook voor de verwachte nieuwe regelgeving is in kaart gebracht of de verwachting is dat samenwerken gunstig kan zijn. Bij de meeste toekomstige regelgeving is de verwachting dat samenwerken gunstig of neutraal is. Voor nu kan het zijn dat samenwerken bij de reductie-eis voor emissie van broeikasgassen negatief uitpakt. Dat geldt als koolstofvastlegging in de bodem gaat zijn meegenomen in de reductie-eis. Dit zal betekenen dat melkveehouders vaker kiezen voor het niet scheuren van blijvend grasland, waardoor die percelen niet beschikbaar zijn voor een samenwerking met een akkerbouwer.
Effect op duurzame zuivelketen
Het rapport biedt een overzicht wat het effect is van deze vormen van samenwerking op de doelen van een duurzame zuivelketen. Elke vorm van samenwerking levert andere effecten op, waarbij een vermindering van energieverbruik al snel kan worden gerealiseerd. Vooral een gezamenlijk bouw- en bemestingsplan en ondernemend samenwerken geven duurzame resultaten zoals minder CO2-uitstoot, meer behoud van biodiversiteit en duurzaam veevoer door lokale teelt van eiwitgewassen.
Bron: Groen Kennisnet