Vandaag vindt in de Tweede Kamer een cruciaal debat plaats over de crisis op de Nederlandse mestmarkt. De mestbrief die minister Adema eerder deze maand aan de Kamer stuurde, biedt wat LTO betreft onvoldoende perspectief voor de korte termijn. Maar de ernst en de urgentie van de mestcrisis zijn dermate groot, dat uitstel geen optie is. Boeren staan met de rug tegen de muur en hebben nú een oplossing nodig voor de vastgelopen mestmarkt. Om die reden hebben een aantal landbouwpartijen de handen ineen geslagen. Gezamenlijk hebben zij een crisisplan mestaanpak opgesteld, met als doel het veiligstellen van een overgangs-derogatie.
In dit plan zetten de overheid en de sector gezamenlijk stappen om te voorkomen dat duizenden bedrijven in een koude sanering terecht komen. LTO roept de Tweede Kamer op om dit plan tijdens het debat donderdag over te nemen.
Mestafzetmarkt volledig vastgelopen
Het verlies van de derogatie en de stapeling van andere Europese maatregelen, zoals nv-gebieden en verplichte bufferstroken, hebben de mestplaatsingsruimte in Nederlandse radicaal ingekort. Het directe gevolg hiervan is dat de mestafzetmarkt volledig is vastgelopen. De zorgen over deze mestcrisis hebben wij vorige maand duidelijk over het voetlicht gebracht richting Landbouwwoordvoerders van de Tweede Kamer tijdens het Boerencongres.
Crisisplan mestaanpak
Om een uitweg uit deze acute crisis te vinden, is met veel partijen gesproken. LTO, NAJK, NZO en De Natuurweide hebben de handen ineen geslagen en presenteren een crisisplan mestaanpak waarmee de sector op korte termijn een koude sanering wil voorkomen. Het plan bestaat uit drie onderdelen:
- De sector zet zelf stappen. Bij verhandeling van fosfaatrechten buiten familieverband wordt het afromingspercentage verhoogt naar 30%. De sector en de verwerkende industrie realiseren op zo kort mogelijke termijn een verlaging van het eiwitpercentage in het koeienvoer. In afwachting van de implementatie van innovaties zoals Renure wordt een tijdelijke noodmaatregel van tenminste twee jaar van kracht, gericht op een versnelde daling van het aantal stuks melkvee in 2025/2026.
- Het kan niet anders dan dat er een overgangsderogatie komt. Het kabinet zal daarvoor – met het plan dat we nu presenteren – naar Brussel moeten. LTO is ervan overtuigd dat de Europese Commissie niet anders kan dan dat serieus nemen. Nederland zal bij de Commissie formeel moeten aantekenen dat de gevolgen van het huidige afbouwpad dermate disproportioneel zijn dat uitvoering ervan onhaalbaar is. LTO kan zich niet voorstellen dat de Europese Commissie hier – gesterkt door dit crisisplan – geen begrip voor heeft.
- Mocht de Europese Commissie op basis van deze stappen nog steeds van mening zijn dat er geen ruimte is om de afbouw van de derogatie te herzien, dan zal Nederland zelfstandig verantwoordelijkheid moeten nemen. Het huidige beleid is praktisch niet uitvoerbaar. We kunnen niet op deze termijn en onder deze randvoorwaarden een belangrijk deel van de melkveesector saneren. In dat scenario kan het kabinet wat ons betreft niet anders dan uitspreken dat Nederland dat als lidstaat – ook politiek – niet kan, wil en zal uitvoeren. Dan zal Nederland eenzijdig een overgangsregeling in moeten voeren.
Het zijn pijnlijke maatregelen, maar gelet op de ernst van de situatie acht LTO dit onontkoombaar. We pakken die handschoen op. Dat is niet makkelijk. Maar daar hoort dus wel een heel belangrijke stap bij, waar melkveehouders echt naar snakken: een verlengde derogatie.
Bron: LTO Nederland
Beeld ter illustratie: Bart Veltink via Trekker van de Week