De CBAV en de CBGV hebben samen met het PAVEX-project op 8 februari een themamiddag georganiseerd in Nijkerk over ‘samenwerking akkerbouw & veehouderij’. De kansen en bedreigingen stonden centraal, en er werd besproken hoe in de samenwerking elkaars sterke punten beter benut kunnen worden. De themamiddag was gericht op de landbouwkundige en bemestingstechnische achtergronden met een viertal workshops waarin ook de ervaringen van een viertal casestudies uit PAVEX werden getoond.
De belangstelling voor de themamiddag was groot met 160 aanwezigen. Uitkomst van de middag is dat samenwerking geen doel op zich moet zijn, maar wel een belangrijk middel is om economische en maatschappelijke doelen te bereiken, zeker naar de toekomst toe. Dit moet dan wel op de goede wijze gebeuren om risico’s op milieuverliezen zoveel mogelijk te beperken.
Belang van samenwerking
De middag werd geleid door Martijn Buijsse (WUR), die ook projectleider is van het PAVEX-project. PAVEX staat voor ‘Pilots samenwerking Akkerbouw en Veehouderij in de vijf Experimenteergebieden Kringlooplandbouw’. Bij de opening van de middag ging hij in gesprek met Tineke de Vries, voorzitter van de ‘Commissie Bemesting Akkerbouw Vollegrondsgroenten’ (CBAV) en Jos Verstraten, voorzitter van de ‘Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen’ (CBGV). Beiden zijn ze ook bestuurlijk actief binnen LTO. Zij gaven aan dat ze zelf ook samenwerken op hun eigen bedrijven en dat samenwerking belangrijk is voor het toekomstperspectief.
Vormen van samenwerking
Pieter de Wolf (WUR) gaf vervolgens in zijn presentatie aan dat er veel verschillende vormen van samenwerking zijn die verschillend zijn per regio. Het onderling belang van de sectoren akkerbouw of veehouderij in die regio is vaak daarin bepalend. Samenwerking gebeurt al heel veel vanuit een economisch motief en vaak hebben bedrijven ook meerdere samenwerkingspartners. De vraag is of samenwerking helpt in het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. In de huidige vormen van samenwerking staat dit niet perse voorop en kan het ook negatief uitwerken. Denk aan de rol die economie en mestplaatsing spelen op dit moment. In goede samenwerking zou bijvoorbeeld meer aandacht moeten zijn voor bodemkwaliteit en waterkwaliteit. Dan kan samenwerking ook een middel zijn om gezamenlijk doelen te bereiken in een regio.
4 workshops
Vervolgens werden in 4 workshops verschillende onderwerpen in meer detail uitgediept.
- Belangrijk is om goed te kijken naar de nawerking van gescheurd grasland voor vervolg gewassen (zie adviezen hier in Adviesbasis Bemesting en hier in Handboek Bodem en Bemesting) en de gevolgen voor bodemgezondheid, met name wat betreft aaltjes en bodemschimmels.
- Belangrijk is om de bemesting af te stemmen op de behoefte van het perceel met het gewas en de mestsoort en hoogte van de bemesting daar op af te stemmen.
- Belangrijk is om elkaars taal te leren spreken door bijvoorbeeld samen een ronde te maken over de percelen en door de stal. Een gezamenlijke vruchtwisseling en bemestingsplan zorgt dat de bodemkwaliteit op peil blijft of zelfs kan verbeteren.
- Meerwaarde voor samenwerking kan tot uitdrukking komen in Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s). In Drenthe wordt hiermee geëxperimenteerd. Het is dan belangrijk om naast bedrijfsniveau ook op perceels- en gebiedsniveau te kijken.
Afsluiting
De voorzitters van beide commissies gaven aan dat dit een unieke gezamenlijke middag is geweest. De dag vraagt erom sectoren meer met elkaar te verbinden in een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke uitdagingen op gebiedsniveau. Dat is niet gemakkelijk maar wel gewenst voor een goede toekomst van zowel de akkerbouw als veehouderij. Deze themamiddag kan hier een mooie start voor zijn.
Sfeerimpressie
Bron: Verantwoorde Veehouderij