Ben jij akkerbouwer of melkveehouder in Groningen en geïnteresseerd in regeneratieve landbouw? Wil jij je inzetten voor een betere weerbaarheid van je bodem en gewas? En sta je open voor een nieuwe toekomstgerichte manier van telen? Dan zoeken ze jou!
Het zesjarige project ‘100 hectare regeneratief’ biedt akkerbouwers en melkveehouders uit de provincie Groningen de mogelijkheid om regeneratieve landbouw uit te proberen. Samen met een adviseur verken je welke maatregelen bij jouw bedrijf passen, breng je deze maatregelen tot uitvoering en onderzoek je wat de resultaten zijn.
Hoe gaat dit in zijn werk?
- Je maakt 2,5 hectare vrij voor de omschakeling naar regeneratief, de rest van dat perceel blijft gangbaar bewerkt en dient als referentie.
- Je deelt informatie over je bedrijfsvoering en het betreffende perceel.
- Je werkt mee aan de uitwisseling van ervaring en kennis om samen een plan van aanpak te ontwikkelen voor bredere toepassing.
Wat krijg je er voor terug?
- Begeleiding in het hanteren van regeneratieve landbouwpraktijken;
- Toegang tot kennis en ervaring van deskundigen en collega-boeren;
- Praktische ervaring met het omschakelen naar een robuust verdienmodel voor regeneratieve landbouw.
Naast dat je experimenteert met regeneratieve landbouw, draag je met jouw deelname ook bij aan de verkenning van afzetmogelijkheden van regeneratief geteelde producten. Daarbij nemen we ook mee of regeneratief geteelde gewassen een andere voedingswaarde en smaak hebben dan regulier geteelde gewassen en zo ja, hoe dit tot een meerprijs kan leiden.
Interesse? Meld je aan! Of klik hier voor de flyer met meer informatie.
Wat is regeneratieve landbouw?
Via regeneratieve landbouw werk je aan het vergroten van de gezondheid en productiviteit van bodem en gewas. Als de bodem gezond is heb je minder middelen van buiten de bedrijfskringloop nodig en zijn gewassen beter bestand tegen extreme weersinvloeden. Kortom: gezonde bodem, gezonde plant en potentiële kansen voor jou als boer.
Denk bij regeneratieve landbouw onder andere aan:
- het minimaliseren van het gebruik van externe toevoegingen door te zoeken naar oorzaken in plaats van bestrijden van symptomen. Dit kan bijvoorbeeld door eerst plantsap te analyseren om te onderzoeken of het nodig is om de plant te versterken met bepaalde (organische) bladmeststoffen.
- het optimaliseren van bodemleven en het wortelstelsel. Dit door het voorkomen en/of oplossen van verdichte lagen, toedienen van organische bodemvoeding op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid, niet of ondiep bewerken van de grond en inzetten van groenbemesters om bodemleven de winter door te helpen.
Bron: LTO Noord