Wie een monomestvergister bouwt, is ook verplicht na-opslag te hebben voor het digestaat wat uit de mestvergister komt. Hieraan worden eisen gesteld. Jarco Brand, projectleider Bouw bij DLV Advies, licht de verschillende mogelijkheden van na-opslag toe.
Waarom moet er een na-opslag bij een monomestvergister komen?
In de NTA, het document waarin de veiligheidseisen staan voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van monomestvergistingsinstallaties, staat dat na het vergistingsproces het digestaat stabiel gemaakt moet worden. Zo wordt het vrijkomen van gassen die gevaarlijk zijn voor mens, dier en milieu zoveel mogelijk voorkomen. Het digestaat wordt als voldoende stabiel beschouwd als het na vier weken de na-opslag verlaat. In de na-opslag kan het digestaat tot rust komen en afkoelen. De mest is tijdens het vergistingsproces 40 graden en koelt in de na-opslag af tot ongeveer 10 graden.
Eisen aan na-opslag
Aan deze na-opslag worden eisen gesteld. Jarco: “De belangrijkste eis is dat de na-opslag gasdicht moet zijn en de opslagcapaciteit moet zo zijn dat het digestaat uit de monomestvergister 4 weken/28 dagen in de na-opslag kan blijven.”
De optimale verblijftijd van mest in de vergister is 35 à 40 dagen. Dit betekent dat de na-opslag een inhoud moet hebben van ongeveer 75% van het volume van de vergister. Een bedrijf met 200 koeien met een mestvergistingsinstallatie van ongeveer 600 kuub, heeft een na-opslag van 450 kuub nodig.
Welke typen na-opslag zijn er?
Een na-opslag kan middels een mestzak of mestsilo die is voorzien van een gasdichte kap. Het is ook mogelijk om de na-opslag in de bestaande putten te doen mits deze gasdicht zijn of gasdicht zijn te maken. Als laatste heeft DLV Advies al meerdere bedrijven begeleid die de na-opslag onder de mestvergister hebben gebouwd. “Dit is een mooie oplossing wanneer er weinig ruimte is op het erf of de draagkrachtige grond diep weg zit”, aldus Jarco.
Na-opslag onder monomestvergister
Bij een na-opslag onder de mestvergister wordt er ondergronds een put onder de mestvergister gebouwd, vergelijkbaar met een mestkelder. Jarco legt het principe uit: “De put bestaat uit een gasdicht deel en gasopen deel. In het gasdichte deel verblijft het digestaat 28 dagen waarna het middels een gasdichte overloop (zwanenhalsprincipe) overloopt in het gasopen deel. Het gasopen deel loopt geleidelijk vol met digestaat wat stabiel is en periodiek overgepompt kan worden naar de aanwezige mestopslag op het bedrijf.”
Mestzak en mestsilo als na-opslag
Een meer traditionele oplossing is het gebruik van een mestsilo met een gasdichte kap of mestzak. Meestal kan bij het gebruik van een na-opslag onder de monomestvergister of mestsilo met gasdichte kap het digestaat middels natuurlijke verloop de na-opslag in lopen. Bij het toepassen van een mestzak zal de digestaat overgepompt moeten worden.
Mest in de bestaande putten
Als je al een gasdichte mestkelder hebt of dit makkelijk kunt maken, is dit de goedkoopste oplossing voor het realiseren van een na-opslag. Toch zijn er ook nadelen ziet Jarco: “Het nadeel is wel dat je mestopslag kwijt bent, want digestaat in de na-opslag wat in het stabilisatieproces zit, mag niet buiten de inrichting getransporteerd worden en dus niet worden uitgereden. Dit mag pas wanneer het uit de na-opslag komt.”
In een na-opslag kan nog biogas ontstaan wat opgevangen moet worden en zich bevindt in de lucht boven het digestaat. Een aandachtspunt is de hoge Co2-concentratie in biogas. “Dit Co2 kan zorgen voor carbonatie van het beton met betonrot tot gevolg. Betonconstructies die bloot gesteld worden aan biogas moeten daarom behandeld worden met een speciale coating, wat lastiger uit te voeren is in een bestaande mestopslag die gebruikt gaat worden als na-opslag”, aldus Jarco.
Na-opslag op vergunning
De na-opslag moet ook vergund worden. Indien bij het aanvragen van de vergunning voor de monomestvergister bekend is hoe de na-opslag gerealiseerd gaat worden, is het mogelijk om deze direct in de vergunningsaanvraag mee te nemen. “Indien dit niet bekend is, wordt dit lastig omdat er bij de vergunningaanvraag gevraagd wordt hoe voldaan wordt aan de gasdichtheidseis”, geeft Jarco aan.
Bron: DLV Advies