Veel agrarische ondernemers zijn bezig met de toekomst van hun bedrijf. De overheid ziet, evenals Rabobank, multifunctionele landbouw als een mogelijk transitiepad voor de agrarische sector. Daaronder valt ook zorglandbouw, waar agrarisch werken en zorg gecombineerd worden. Maar hoe interessant is de zorglandbouwmarkt? En wat heeft een ondernemer nodig om hiermee te starten?
Wat is zorglandbouw?
Zorglandbouw is een vorm van multifunctionele landbouw. De boerderij als plek waar kinderen, jongeren en volwassenen die zorgbehoevend zijn een zinvolle dagbesteding kunnen hebben – door dieren en/of planten te verzorgen – en mogelijk ook kunnen wonen. Denk aan mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, mensen met psychiatrische problemen, dementie of autisme, ouderen, jongeren met een hulphulpvraag of mensen met een burn-out (overspannen). Kortom, de boerderij biedt uitgelezen kansen om bij te dragen aan de gezondheid van mensen door hen te activeren en mogelijkheden te geven voor een betekenisvolle dagbesteding.
Zorglandbouw is zowel een optie om bij te dragen aan de noodzakelijke landbouwtransitie en tegelijkertijd aan de grote uitdagingen in de zorg. Want tegen de achtergrond van een ouder wordende samenleving gaat de zorgsector nu al gebukt onder grote personeelstekorten en zijn er onvoldoende geschikte woonvoorzieningen voor mensen met een zorgbehoefte.
Wat houdt de zorgtransitie in?
De zorgtransitie is erop gericht om de focus te verleggen van ziekenzorg naar voorzorg (preventie) om mensen zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven te laten behouden. Maar ook om een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de samenleving. Ook als zij ouder zijn en/of zorgbehoevend. Een bijkomend voordeel is dat kleinschalige zorg- en woonvormen kunnen bijdragen aan de bestrijding van eenzaamheid, want ook dat is een punt van zorg waar oplossingen op lokaal niveau hard nodig zijn. Kleinschalige ‘boerenzorg’, waarbij maatschappelijk verantwoord wordt omgegaan met mens, dier en plant, biedt veel kansen en voordelen voor de hele samenleving.
“Kleinschalige ‘boerenzorg’, waarbij maatschappelijk verantwoord wordt omgegaan met dier en plant, past goed bij huidige uitdagingen.”
Toekomstbestendig boeren met multifunctionele landbouw
Onder boeren heerst er veel onzekerheid over het toekomstig bestaansrecht van hun agrarische onderneming. Dit raakt vooral familiebedrijven. Daarbij komt ook nog de toenemende druk van complexe wet- en regelgeving en de vaak negatieve pers. Daarom zijn ondernemers vaak op zoek naar andere manieren van boeren.
Naast bedrijfsbeëindiging zijn er diverse mogelijkheden om toekomstbestendig door te gaan. Waaronder het bedrijf verplaatsen, extensiveren, innoveren, of omschakelen naar multifunctionele landbouw als één van de vijf mogelijke ‘transitiepaden’ naar een voortbestaan, waarbij verduurzaming voorop staat. Multifunctionele landbouw draagt positief bij aan de leefbaarheid en werkgelegenheid van het platteland. Het versterkt de boer – burger en stad – en verbinding met het platteland.
Het huidige ondernemersklimaat in de zorglandbouw
Het aanbod in zorglandbouw, dag- of verblijfsrecreatie, boerderijeducatie, kinderopvang, boerderijverkoop en/of natuurbeheer stijgt. In 2020 bedroeg de omzet binnen multifunctionele landbouw zo’n 1 miljard euro en Rabobank verwacht dat dit de aankomende jaren flink stijgt. Maar hoe staat het ervoor met de huidige zorgboerderijmarkt?
In Nederland zijn al veel ‘zorgboeren’ actief. Volgens het Wageningen Economic Research Rapport 2022-030 waren er in 2020 in totaal zo’n 1.300 zorgboerderijen. Al deze 1.300 zorgboerderijen hadden in 2020 samen een omzet van 315 miljoen euro, per bedrijf gemiddeld € 242.500. De meeste zorgboeren zijn lid van de Federatie Landbouw en Zorg (FLZ). De FLZ is een grote landelijke samenwerkingsorganisatie voor de zorglandbouw. Bij 16 regionale/provinciale verbanden zijn meer dan 900 zorgboeren aangesloten. Op dit moment zijn er zo’n 1.500 zorgboeren actief: 900 via FLZ, 200 via andere samenwerkingsverbanden en 400 niet aangesloten zorgboeren.
Van 6 grotere organisaties (ZZH, SZZ, Bezinn, CLZ, Landzijde, CBZ), met totaal 762 leden, zijn er meerjarige cijfers bekend. De zorgomzet in 2022 was gemiddeld € 244.000 per bedrijf. In 2019 was dit € 164.000, op basis van 649 leden. Daarmee was er gemiddeld een groei van ongeveer 5,5% deelnemers per jaar, met een omzetstijging van ongeveer 14%.
Het financiële plaatje
Jan Popping, zelfstandig adviseur in de zorgmarkt, heeft onderzoek gedaan naar de jaarcijfers van zorgboeren, op basis van de jaarverantwoording zorg. Na verder graaf- en spitwerk in maatschappen, VOF’s, agrarische sectoren, namen van boerderijen of hoeves, favoriete dieren of planten telde hij in september 2023 486 boeren met een omzet van 339 miljoen euro (zie figuur 1).
Figuur 1: gemiddelde financiële cijfers van 486 zorgboeren in 2022
Wat in vergelijking met 2019 vooral opvalt is het aandeel WLZ van 31%. In 2019 was dit nog maar 18%. Ook de daling van JW naar 30%, terwijl dit in 2019 nog 36% was. De zorg verschuift dus steeds meer naar WLZ: zwaardere, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening. De tabel laat ook zien dat hogere personeelskosten de marge drukken. De marge lijkt hoog waar in de zorgmarkt 2 à 3 % gebruikelijk is. Hierbij moet namelijk bedacht worden dat de bezoldiging van de eigenaren doorgaans uit die marge plaatsvindt.
De doorsnee zorgboer
Hoe ziet de financiële situatie eruit voor de doorsnee zorgboer? De volgende cijfers zijn op basis van de jaarverantwoording zorg. Hieronder (zie figuur 2) staan de uitkomsten van 100 zorgboeren met een omzet tussen de € 200.000 en € 400.000, met een gemiddelde van € 295.000. Het betreft 61 VOF’s, 14 stichtingen, 13 eenmansbedrijven, 9 maatschappen en 3 BV’s. De VOF komt het meeste voor, daarom ook de uitkomsten hiervan.
Figuur 2: gemiddelde financiële cijfers van 100 zorgboeren in 2022
De marge lijkt flink, maar dit is vooral een beloning voor arbeid en ondernemersrisico en wordt over het algemeen gedeeld door meerdere ondernemers werkzaam binnen het bedrijf. De toegekende winst per firmant is zo’n € 41.000.
Urban Luijkx is zelf parttime zorgboer en relatiemanager bij accountants- en advieskantoor en licht de gemiddelde cijfers toe, zoals berekend voor zijn klanten:
‘Sinds 2019 heeft ABAB referentiecijfers voor de zorglandbouw. Hiermee kunnen ze hun cijfers met branchegenoten vergelijken om hun bedrijfsvoering te optimaliseren. Vaak zijn dit gemengde bedrijven met een agrarische- en zorgtak in één onderneming en -rechtsvorm, en met één financiële administratie. ABAB kan de zorgresultaten afzonderlijk vaststellen. Ondernemers ontvangen geen salaris voor hun arbeid. Uitgaven voor belastingen, verzekeringen, investeringen en privé komen uit de bedrijfswinst. Op de ABAB-referentie-bedrijven werkten in 2022 gemiddeld 1,5 personen (fte). Hoewel het geen officiële norm is, is een gewaardeerd ondernemersloon in de zorglandbouw van gemiddeld € 65.000 per fte niet ongebruikelijk. Na aftrek van dit gewaardeerd ondernemersloon maakten de ABAB referentiebedrijven in hun zorglandbouwtak in 2022 een gemiddeld verlies van ongeveer € 5.000.’
De 5 uitdagingen in de zorglandbouw
Ondanks redelijk positieve vooruitzichten is een zorgboerderij niet voor elke ondernemer weggelegd. Ook spelen er de nodige uitdagingen. We schetsen de 5 grootste ervan hieronder.
- Publicatieverplichting jaarcijfers zorglandbouwer
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en aanpassingswet (AWtza) ingegaan. Dit betekent dat alle zorgaanbieders vanaf 2022 verplicht zijn om mee te doen met een openbare jaarverantwoording. De deadline lag oorspronkelijk op 1 juni van het volgende jaar, maar werd verruimd omdat dit niet haalbaar bleek. Bestaande zorgaanbieders die voor het boekjaar 2022 de eerste keer moesten publiceren, kregen uitstel tot 30 december 2023 en voor het boekjaar 2023 tot 1 oktober 2024. Vanaf het boekjaar 2024 geldt de deadline 1 juni voor het volgende jaar. Voor zorgaanbieders die al voor eerder jaren moesten publiceren én voor in 2022 nieuw gestarte aanbieders bleven de oorspronkelijke deadlines staan. Dit geldt dus ook voor zorgboeren, met uitzondering van zzp’ers en volledig Wet maatschappelijke ondersteuning-gerelateerde zorg.
Eind september heeft minister Helder overigens een vervolgbrief geschreven over de ‘pauzeknop’ van de jaarverantwoording. - Jaarverantwoording Zorg
Dit is een wettelijk verplichte rapportage met de jaarrekening, aangevuld met het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (de DigiMV). Hierin wordt gevraagd naar contactgegevens, functionarissen, rechtsvorm, typering van activiteiten, financiële gegevens, ‘governance’ (besturing, kwaliteit), personeel en cliënten. Deze rapportage blijkt vaak te worden onderschat. - Kwaliteit
Ook de navolging van kwaliteit is een uitdaging binnen de zorglandbouw. De overheid hanteert inkoop- en kwaliteitsvoorwaarden bij de inkoop van zorg. Denk aan een certificaat voor kwaliteitsmanagement dat voldoet aan ISO 9001 of NEN, een HKZ-schema of gelijkwaardig. Boeren die aangesloten zijn bij de FLZ hebben een kwaliteitskeurmerk dat door de meeste financiers wordt geaccepteerd. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt toezicht via rapporten van bezoek. Accountants- en administratiekantoren zorgen voor de jaarstukken en brengen verslag uit. Nadrukkelijk wordt, ook door de overheid, aanbevolen dat accountants helpen bij de invulling van de DigiMV en de (soms lastige) toerekening van kosten van personeel en huisvesting aan de zorgtak. Het is eerder gebeurd dat de jaarrekeningen ontbraken met een (onterecht) beroep op privacy terwijl in andere jaarrekeningen soms grondposities, privégegevens en volledige bankrekeningnummers stonden. Dit is onnodig en fraudegevoelig. - Duurzaamheid
Een ander aandachtspunt voor zorgboeren is de Wet ruimtelijke ordening die wordt omgevormd naar een nieuwe Omgevingswet. Grote ondernemingen moeten vanaf 2024 rapporteren over de impact op mens en milieu. Daarna wordt dit ook verwacht van kleinere ondernemingen. ‘Duurzaam werken’ is nu al van grote betekenis, omdat ook kleinere bedrijven te maken krijgen met voorwaarden of eisen, in de rol van toeleverancier of als ketenpartner. Duurzaam ondernemen kan het imago versterken en zelfs kostenbesparend zijn door een lagere rente op leningen voor investeringen in duurzaamheid. Juist op dit thema kunnen zorgboeren zich onderscheiden van traditionele zorgaanbieders die grote uitdagingen hebben om hun bedrijfsvoering toekomstbestendig te maken. - Passie en talent
Wil je beginnen als zorgboer? Bedenk dan goed of het bij je past. Kun je omgaan en heb je affiniteit met de doelgroep? Heb je kennis van bekostiging in de zorg en samenwerken met gemeente, lokale en regionale (zorg)partners? En hoe zit het met personeelsbeleid: het aantrekken en behouden van gekwalificeerde medewerkers? Maar ook algemene ondernemerskwaliteiten zijn belangrijk. Waaronder doorzettingsvermogen, creativiteit, passie, risico’s durven nemen, flexibiliteit, commercieel en financieel inzicht en betrouwbaarheid.
Omschakelen naar zorgboer
Maarten Fischer, directeur van FLZ, over zorgboer worden: “Zorgboer word je omdat je passie hebt voor de zorg voor mensen. Het is een pittige onderneming, maar er zijn gelukkig ook steeds meer hulpmiddelen om je als zorgboer op gang te helpen: kennis en ervaringen van collega-zorgboeren, handboeken, oriëntatiecursussen en meer. En vooral de voldoening om de duur en kwaliteit van leven van zorgcliënten te kunnen verlengen en verbeteren. Dit door de unieke kernwaarden van de zorgboerderij.”
Heb je alles in huis? Dan is een van de eerste stappen vaak een gesprek met je accountant (of administratiekantoor of bedrijfsadviseur), de Federatie Landbouw en Zorg, je bank en collega-boeren die de stap al eerder maakten.
Stel jezelf daarna de volgende vragen:
- Kan het bedrijf aangepast worden?
- Wie gaat de zorg verlenen?
- Is er ruimte in de markt?
- Hoe ziet het opbrengsten- en kostenplaatje er uit?
Als je dit op een rijtje hebt, wordt zorglandbouw al een duidelijker transitiepad.
Bron: Rabobank