Ook bij melkveehouder Stan Bosman uit De Krim in Overijssel gaat de loonwerker weer aan de slag met de zodebemester. Tegen het gevoel van de melkveehouder in eigenlijk. Liever zou hij de mest op een andere manier gebruiken. Hij bedacht daarvoor een eigen innovatief concept, waarmee hij nog liever vandaag dan morgen aan de slag zou gaan. Bestaande regelgeving houdt het echter tegen. “Iedereen zegt dat ik er iets mee moet doen, maar niemand die me de ruimte kan geven.”
Bosman heeft zo’n 130 melkkoeien met bijbehorend jongvee op zo’n zeventig hectare grond. Dat hij innovatief en handig is, blijkt wel als hij zijn nieuwe voersysteem laat zien. De ondernemer zocht ruimte achter het voerhek en vond die ruimte op de voergang. Het voerhek werd er aan weerszijden uitgehaald en over de voergang werd een voerband aangelegd, aan weerszijden begrensd door een schot. De voerband wordt op en afgerold met behulp van de motor van een mestschuif en brengt zo het voer voor de koeien.
Op dit moment vult Bosman de band nog met behulp van de voermengwagen, maar dit is straks verleden tijd. Voor de stal staat namelijk een voorraadbunker die, zodra hij bedrijfsklaar is, wordt gevuld met kuilgras, krachtvoer en snijmais er overheen. Uit de voorraadbunker wordt het geheel dan met behulp van walsen op de lopende band gedoseerd.
Meerdere keren per dag automatisch voeren
De band neemt het voer mee de stal in. Dit moet meerdere keren per dag automatisch gaan gebeuren. “Zo kan ik vaker per dag voeren, zonder dat ik er veel werk aan heb. Ik kan dan instellen hoe laat het systeem gaat voeren. De koeien beschikken de hele dag over vers voer. Het wordt waarschijnlijk wel minder gemengd dan in een voermengwagen, maar omdat ik vaker voer, verwacht ik dat iedere koe wel krijgt wat ze nodig heeft”, vertelt Bosman.
“Daarbij heb ik ruimte gewonnen in de stal en zie ik dat de koeien veel makkelijker vreten. Ze staan nu rechtop, waar ze in het voerhek nogal eens gedrongen stonden. Het scheelt me ook nog eens een boel brandstofkosten. Voeren kostte me per week tweehonderd euro aan diesel.”
Op andere manier met mest omgaan
In de stal is nog goed te zien hoe breed de voergang eerst was. Dit is nu een verhoging waar de koeien op staan te vreten. “Dit wil ik op termijn wel gelijkvloers maken”, vertelt Bosman. “Maar dat wil ik graag tegelijk doen moet met mijn grotere plan voor aanpassing van de stal.”
Met dat grotere plan bedoelt Bosman het idee om urine en vaste mest in de stal te scheiden en apart te verwerken. De melkveehouder wil dit doen door geprofileerde rubberen stroken van veertig centimeter breed op de vloer aan te brengen. Tussen de stroken komt twee centimeter rubber met daarin gaten waar de urine door weg kan stromen de put in. De vaste mest moet met een verzamelrobot worden afgevoerd naar een opslag met een bodem van drainagezand die aan de onderkant wordt afgesloten met plastic. Zo kan vocht uit de mest lopen en via een drain worden afgevoerd tot het uiteindelijk in de put bij de urine terecht komt.
Kunstmestgift reduceren met urine en vaste mest
Door het sproeien van aangezuurd water via de mestrobot wil Bosman de urine op en onder de vloer aanzuren tot een pH van maximaal 6,5. “Dan stopt de ammoniakemissie”, weet de melkveehouder. “Een andere mogelijkheid is de urine stabiel te maken met bacteriën. Er komen steeds meer producten op de markt die daar geschikt voor zijn.” Door de urine in het voorjaar uit te rijden, denkt Bosman de kunstmestgift flink te reduceren of wellicht tot nul terug te dringen. De vaste mest wordt later in het jaar met de meststrooier uitgereden.
Mest niet in, maar op de grond
“Kern van het verhaal is dat ik urine en vaste mest niet bij elkaar laat komen en geen drijfmest meer in de grond wil stoppen. Dit om het bodemleven te sparen en beter zijn werk te laten doen. Want drijfmest zit maanden te rotten in de kelder. Als iemand in de mestput valt, komt diegene er niet levend uit vanwege giftige gassen. En met die mest, met die giftige gassen, belasten wij nu het bodemleven. Dat kan niet de bedoeling zijn. We hebben het in Nederland over precisiebemesting. Maar zodebemesten is juist het tegenovergestelde. We stoppen organische stof onder de grond, in plaats van dat we het erop leggen. Dan werk je tegen de natuur in, terwijl je juist samen moet werken. We zijn nu mest aan het inkuilen. Als blad van een boom valt, verteert het ook bovengronds, niet onder de grond.”
De melkveehouder vergelijkt de werking van de bodem met de spijsvertering van de mens. “De bovenste laag kun je zien als de mond, de laag van nul tot twee centimeter als de maag en de laag van twee tot vijf centimeter als de darmen. Als je een appel eet, gaat die ook eerst via de mond. Die stop je ook niet zo in de darmen, die kunnen daar niks mee”, schetst hij. De inwoner van De Krim ziet nog een voordeel in bovengronds uitrijden van vaste mest. “Vaste mest valt tussen het gras. Bij drijfmest blijft vaak mest aan het gras plakken en groeit mee omhoog. Dit gaat ten koste van smakelijkheid en opname.”
“Vijf bedrijven acht jaar de kans geven”
De plannen van Bosman zijn niet nieuw. Al een jaar of drie probeert hij er ruimte voor te krijgen, maar instanties wachten af. “Iedereen zegt dat ik er wat mee doen moet, maar niemand die me de ruimte kan geven. Onlangs hadden we hier op het bedrijf bijvoorbeeld een bijeenkomst rondom de gebiedsgerichte aanpak. Ik heb toen mijn verhaal gedaan en iedereen, ook partijen als Staatsbosbeheer en LNV, was enthousiast. Maar als ik mijn plannen zou doorvoeren, zou ik de wet overtreden, mis ik toeslagrechten en raak ik mijn vergunning kwijt. Het zou mooi zijn als een stuk of vijf bedrijven de kans zouden krijgen om een periode van acht jaar een idee als het mijne te hanteren. Dan kun je zien of het echt werkt en of en waar verbeteringen nodig zijn.”
Familie Bosman voedt de bodem met stallucht en wint Dutch Dairy Challenge
Op vrijdag 17 mei 2024 werd de winnaar van de Dutch Dairy Challenge bekend: niemand minder dan familie Bosman ging er met de winst vandoor. Hun idee ‘Ommissie’ brengt stallucht via een drainagesysteem naar de bodem, waar bacteriën methaan omzetten in water en kooldioxide. Lees hier meer.
Ook lucht uit de mestput benutten
Een ander onderdeel van het plan van Bosman is het afzuigen van lucht uit de mestput om hiermee het grasland via drainagebuizen te beluchten. Dit kan gerealiseerd worden zonder al te grote aanpassingen aan de stal. De melkveehouder is hier daarom ook al druk mee aan het experimenteren en profiteert daarbij van de ervaring die hij in het verleden opdeed als medewerker van een drainagebedrijf.
Een luchtpomp zuigt de lucht uit de put en blaast dit op 0,08 bar in een speciaal daarvoor aangelegd systeem van drainagebuizen van in totaal vier kilometer lengte. De buizen liggen op zestig centimeter diepte op een afstand van acht meter in een graslandperceel van drie hectare. Ammoniak uit de put wordt zo in de grond geblazen en komt beschikbaar voor de plantenwortels. Methaangas oxideert dankzij aerobe bacteriën in de bodem en valt uiteen in de vorm van water en CO2 waarna het beschikbaar komt voor de plant. Ook zuurstof dat meekomt, komt direct beschikbaar voor het bodemleven.
Betere beworteling, meer groei en minder uitspoeling?
Het beluchtingssysteem draait sinds vorig jaar en Bosman heeft het idee dat het wel effect heeft. “Afgelopen zomer kon je goed zien dat het gras bij de drains veel groener was dan de rest. Er zijn deze winter grondmonsters genomen vanuit het project Fascinating. Ik heb de uitslag nog niet, maar ben erg benieuwd.” Op een aangrenzend perceel doet Bosman eenzelfde proef, maar dan met buitenlucht. “Ik wil onderzoeken wat het effect is van extra zuurstof bij de wortels. Het zou mooi zijn als het een betere beworteling, meer groei en minder uitspoeling zou opleveren.”
In samenwerking met Wageningen Universiteit gaat Bosman verkennen of een proef om methaan in de stal af te zuigen kansrijk is. “Dit moet zo dicht mogelijk bij de bek van de koe gebeuren. Want daar komt tachtig procent van de methaanuitstoot van de koe vandaan. Waarschijnlijk wordt hiervoor een tent over de voerband gemaakt.”
Wortels kietelen
Waar de drains bij Bosman in natte periodes worden gebruikt om overtollig water af te voeren, gebruikt hij ze in de zomer om het land te irrigeren. Hij heeft daarbij het voordeel dat hij zelf het waterpeil op zijn huiskavel kan beheren met een stuw. Hij pompt de sloot waar de drains op uitkomen vol water. De drains brengen het water het perceel in. Een leemlaag zorgt ervoor dat het water niet naar onder toe wegloopt. “Op dertig hectare gaat er dan dagelijks 600 tot 700 kuub water in. Door het water van onderaf aan te bieden, kietel ik de wortels extra. Die groeien beter en nemen daardoor ook meer voedingsstoffen op”, verklaart Bosman.
Als er veel regen wordt voorspeld, zet Bosman de stuw weer open en kan het water weer weg. “Een kwestie van de goede dingen doen op het goede moment. Zo hoort het met bemesting ook te gaan, maar dat kan op verschillende onderdelen nog handiger. Hopelijk komt hier verandering in”, besluit Bosman.
Tekst en beeld: Gerben Hofman