Gisteren presenteerde de Europese Commissie (EC) haar voorstel voor de bodemmonitoringsrichtlijn, een richtlijn voor het monitoren van bodemgezondheid. Dit voorstel komt voort uit de Europese Bodemstrategie en dient als een beleidskader voor duurzaam bodemgebruik. LTO ziet beter bodembeheer ook als basis voor een duurzame landbouw – maar pleit hierbij voor maatwerk, stimulansen en een vrijwillige benadering. De EC baseert haar voorstel op het tegenovergestelde: meer generiek beleid met nieuwe verplichtingen en beperkingen op de waardevolle landbouwgronden in Nederland.
Europese richtlijnen leiden tot onwerkbare situaties
De Nederlandse agrarische sector heeft inmiddels veel ervaring met Europese richtlijnen, zoals de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water, die tot onwerkbare situaties hebben geleid. Het verleden leert dat generieke en bindende doelstellingen in de praktijk vaak onhaalbaar zijn. Zeker als het gaat om de bodem, aangezien elke Europese lidstaat te maken heeft met andere bodemtypes en bodemeigenschappen. Helaas lijkt de EC met het voorstel voor de bodemmonitoringsrichtlijn wederom voor een ‘one-size-fits-all’ benadering te kiezen. Dit leidt tot een verdere stapeling van nieuwe Europese wet- en regelgeving.
Joris Baecke, portefeuillehouder Bodem en Water bij LTO: “Bodembeheer is vakmanschap afhankelijk van de specifieke omstandigheden op het bedrijf. Nog meer regeldrift werkt contraproductief en zet het inkomen van de ondernemer verder onder druk.”
Belangrijkste beperkingen van bodemmonitoringsrichtlijn
LTO ziet als de belangrijkste beperkingen:
- Een aanwijzing van bodemdistricten
Naast alle bestaande aanwijzingen van gebieden die Nederland al kent zou er nog een extra aanwijzing moeten komen voor bodemdistricten. Hierop worden mogelijk weer extra beperkingen opgelegd.
- Het classificeren van bodemgezondheid
Een gezonde bodem moet aan een aantal criteria voldoen en wordt als ‘ongezond’ bestempeld als een van de criteria niet wordt gehaald. LTO vindt dit te kort door de bocht. Bovendien zit er veel verschil tussen de bodemkarakteristieken tussen lidstaten, regio’s en ondernemers.
- Het opleggen van maatregelen
Lidstaten zouden maatregelen moeten opleggen voor het duurzaam managen van bodems. Voorbeelden betreffen het management van teelten en het weiden van vee. Hiermee wordt een stap achteruit gezet op de weg naar doelenbeleid.
LTO pleit voor stimulerende maatwerkmogelijkheden
Een gezonde bodem is cruciaal voor boeren en tuinders en speelt een belangrijke rol in het sluiten van kringlopen, het tegengaan van klimaatverandering, het verbeteren van waterkwaliteit en het vergroten van biodiversiteit. Maar in plaats van nieuw EU-beleid pleit LTO voor stimulerende maatwerkmogelijkheden voor ondernemers die per gebied, per bedrijf of per perceel uitnodigen tot nog beter bodembeheer. Door de sector en keten hierbij eigen verantwoordelijkheid te laten nemen wordt ook geborgd dat afspraken aansluiten bij de praktische uitdagingen en behoeften van de boer en tuinder en zijn grond.
Bron: LTO