Vandaag debatteert de Tweede Kamer over het Transitiefonds. In het regeerakkoord sprak de landelijke coalitie af om hiervoor 24,3 miljard euro uit te trekken. Met de vele miljarden wil het kabinet de stikstofcrisis te lijf gaan, werken aan de klimaat-, natuur-, waterdoelen en de omslag in de agrarische sector financieren.
Het is echter de vraag of dit budget toereikend is. Daarbij roept LTO op om niet enkel op natuur- en milieudoelen te focussen, maar integraal in te zetten op een brede transitie. Daarbij moet verbetering van het agrarisch verdienvermogen ook opgenomen worden als zelfstandig doel. Pas als integraal ingezet wordt op alle opgaven kan de blijvende boer denken aan een echt toekomstbestendige sector.
Een brede waaier aan transitiepaden
De veelzijdigheid en diversiteit in de agrarische sector is niet terug te zien bij de tekst van het Transitiefonds. De omslag in de landbouw zal veelzijdig zijn. Met voor vele type ondernemers een brede waaier aan transitiepaden. Want waar voor de één extensiveren de oplossing is, zal de ander moeten investeren in technologische innovaties en een derde weer het bedrijfsmodel verbreden met een andere bedrijfstak. LTO mist in de wetstekst deze brede benadering voor een echt toekomstbestendige land- en tuinbouw. En met het oog op het Landbouwakkoord vergt dit ook aanvullende financiering die nu nog niet in het fonds is opgenomen.
De huidige plannen
In de huidige plannen voor het stikstoffonds gaat een groot deel van het budget op aan opkoop van bedrijven. Dat is niet een logische besteding bij een transitie. Bijvoorbeeld bij de transitie naar schone mobiliteit kopen we ook niet enkel oude auto’s op. Net als bij de vergroening van het wagenpark is het logisch om te beginnen bij de boeren die door willen gaan. De vele miljarden kunnen beter geïnvesteerd worden in investeringen en innovaties.
Maar is het genoeg?
Daarnaast is het de vraag of de 24,3 miljard euro toereikend zal zijn om deze grote opgave tot een succes te maken. Wat dat betreft is het onbegrijpelijk dat de agrarische sector als enige sector uitgesloten is om ook gebruik te kunnen maken van het Klimaatfonds. De premier heeft deze transitie al eens de grote verbouwing van Nederland genoemd. Voor deze verbouwing zijn de provincies aan zet. Als eerste provincie met een afgerond plan, gaf Overijssel al aan 5 miljard euro nodig te hebben. Zo bezien is het budget snel op. Het kabinet zou er goed aan doen na inventarisatie vanuit de provincies het transitiebudget te verhogen. Naast transities op het gebied van natuur en milieu komen er ook andere uitdagingen op de sector af. Denk hierbij aan dierenwelzijn. Ook hiervoor zal nieuw en extra geld beschikbaar moeten komen, bovenop de genoemde 24,3 miljard euro.
Bron: LTO