“Dat is even slikken voor ons,” zegt Koeien & Kansen ondernemer Coen Hagoort in Waarder. “Derogatie afbouwen en kwijtraken is al een pijnlijk punt, maar voor ons in het westelijk veenweidegebied betekent dat geen 170 kg N per hectare, maar slechts 160 kg N per hectare,” merkt hij op. Hij voelt dat hij als Nederlandse melkveehouder nog een stapje verder moet met alle gevolgen van dien.
45 procent minder mest door wegvallen derogatie en BES
Melkveehouder Coen Hagoort heeft dit jaar nog te maken met een BES ruimte van 290 kg/ha, groter dan ooit tevoren. De komende jaren zal hij het met een stuk minder N per hectare moeten doen. Door het wegvallen van de derogatie en de BES betekent dat het gebruik van dierlijke mest met maar liefst 45 procent omlaag moet.
Het is een combinatie van factoren dat hier aan ten grondslag ligt. Als eerste is er al een forse discussie over de ‘insteek’ van het perceel. In de laaggelegen gebieden is er veelal geen duidelijke scheiding tussen het land en het talud. Dit is een flauw aflopend geheel. Daarbovenop nemen de bufferstroken ook de nodige mestruimte weg. In de situatie van Hagoort betekent dat volgens de inzicht van RVO ruim 3 hectare, ofwel 6 procent van het totale gebruiksoppervlakte.
BES gaf extra ruimte
Maatschap Hagoort hoefde de laatste jaren net geen mest af te voeren. Dit kwam mede door de mogelijkheid van een ruimere N-gebruiksnorm door deelname aan de BES-pilot. “Het ziet er naar uit dat we de komende jaren mest moeten afvoeren. Het gaat dan om ongeveer 4500 kilogram stikstof uit dierlijke mest. Dit hangt natuurlijk ook af van de gehalten in de mest. Het gaat al snel over meer dan 1.125 ton drijfmest,” merkt Coen op.
“Niet alles is eenmaal te repareren met kunstmest.”
Dit heeft zeker financiële consequenties, maar heeft ook impact op onze gewasopbrengsten. “Niet alles is eenmaal te repareren met kunstmest,” zegt de ondernemer. Naast de stikstof gaat natuurlijk ook fosfaat van bedrijf af bij het afvoeren van mest. Deze voedingsbron gaat nu ook gedeeltelijk verloren, tenzij er voor andere routes gekozen gaat worden. Te denken valt dan aan mestbehandeling en/of scheiding voorafgaand aan de afvoer.
Vragen rondom mest en derogatie stapelen zich op
Bij Hagoort roept dit verschillende vragen op. Kan ik deze stroom nog beperken in volume? Bij wie kan ik het kwijt? Wat gaat het kosten? En wanneer kan ik het afvoeren? Moet er mestopslag bijgebouwd gaan worden en ga ik de beweidingsstrategie hier bewust op aanpassen? Wat mag ik van de ruwvoeropbrengst en kwaliteit gaan verwachten en ga ik alle grond hetzelfde behandelen of juist bewust een differentiatie in aanbrengen?
Logische vragen die veel melkveehouders de komende tijd bezig zullen houden. Mogelijk dit jaar al, maar zeker in de periode hierna. ”Sorteer op tijd voor en probeer de juiste afslagen te nemen,’’ is dan ook het advies.
Bron: Verantwoorde Veehouderij