Marinus, Arja en Floren de Vries in Stolwijk zijn al jaren betrokken bij het project Koeien & Kansen. Naast aandacht voor reduceren van de mineralenoverschotten die bijdragen aan goede resultaten in de KringloopWijzer ligt de focus nu op het verlagen van de ammoniak- en methaanemissie en de CO2 footprint. Wat heeft dit te maken met vers gras?
Beweiding staat al jaren hoog in het vaandel bij de Vries. Echter, door een groeiende veestapel in combinatie met een beperkte huiskavel van circa 29 hectare is het een uitdaging om meer melk uit vers gras te produceren door beweiding. Afgelopen juni is de graskuil dicht gemaakt en tot september dicht gebleven. Vanaf dat moment heeft Marinus zich volledig gericht op het voeren van vers gras, bestaande uit een combinatie van weidegang en zomerstalvoeren.
Meer vers gras door weidegang en stalvoedering
Deze combinatie heeft op het bedrijf van De Vries zeker bijgedragen aan het verbeteren van de milieuscores. Het jaarrantsoen bestaat nu uit 20 procent vers gras. Deze lag voorheen respectievelijk op 11 en 14 procent. Zo steeg de stikstofbenutting van het vee nog verder tot boven de 28 procent en nam de ammoniakemissie per hectare af met 4 kg tot 56 kg/ha. Deze kwam hiermee uit op slechts 3,0 kg NH3 per ton melk, terwijl de referentiebedrijven 3,52 kg per ton melk scoren.
Het percentage eiwit van eigen land lag boven de gestelde norm en daarbij steeg de melkproductie ook nog eens met ruim 700 kilogram per koe.
Minder eiwit via krachtvoer nodig
Veel vers gras betekent dat de verliezen van het inkuilen verder beperkt blijven of gedeeltelijk uitgeschakeld worden op dit bedrijf. Daarbij is de eiwitkwaliteit van het verse gras beter dan wanneer je het inkuilt. Mede hierdoor heeft De Vries zelfs minder eiwit gevoerd per kg droge stof dan in voorgaande jaren en koopt hij minder eiwit aan via krachtvoer.
Ruim 200 weidagen
Het voeren van extra vers gras draagt op dit bedrijf positief bij het aan het realiseren van de beoogde doelstellingen, zoals 155 gram Re per kg droge stof. Dit betekent een lagere uitstoot van ammoniak door een beperkte eiwitvoering. Aangezien het gras nog steeds groeit en de draagkracht goed is, halen de dieren elke dag nog vers gras uit de wei. “We zitten inmiddels ruim 200 dagen weidegang en kunnen we nog steeds vers gras voeren op stal,” zegt De Vries.
Bron: Verantwoorde Veehouderij