De aanvoer en afvoer van stikstof op bedrijfsniveau bepaalt het bedrijfsoverschot en in belangrijke mate ook het bodemoverschot. Op melkveebedrijven in de Veenregio van het Landelijk Meetnet effecten mestbeleid (LMM) is de aanvoer van stikstof via (netto)mineralisatie zo’n 90 tot 100 kg per ha. Vooral vanwege deze aanvoer is het stikstofbodemoverschot in de Veenregio van alle grondsoortregio’s verreweg het hoogst.
Stikstofbodemoverschot
In 2018 hadden melkveehouders in de Lössregio en de Zandregio een bodemoverschot van gemiddeld 151 kg stikstof per ha. Dat is laag in vergelijking met andere regio’s. Melkveehouders in de Kleiregio hadden een iets hoger stikstofbodemoverschot van 188 kg per ha. Over de periode 1991-2018 is de daling van het stikstofbodemoverschot in de Zandregio het grootst (ruim 50%). In de Klei-, Veen- en Lössregio is de afname ruim 40%. In de Veenregio is het gemiddelde bodemoverschot in de gehele periode tweemaal lager geweest dan 200 kg stikstof per ha, namelijk in 2015 en 2017. Door veranderingen in de steekproef in de Veenregio komen kleine fluctuaties in het gemiddelde aandeel veengrond voor die doorwerken in de stikstof aanvoer via nettomineralisatie en daarmee in het gemiddelde en de spreiding van bodemoverschot. De spreiding in het stikstofbodemoverschot in 2018 geeft een minimaal (10-procentwaarde) overschot van 105 kg per ha voor de Veenregio. In de andere regio’s is die grenswaarde zo’n 10-20 kg per ha lager en in alle regio’s (behalve de Lössregio) hoger dan het jaar 2017.
Emissie mestopslag
De afvoer van stikstof door weide-, stal en opslag- en mestaanwendingsemissie bedraagt in 2018 gemiddeld 53 kg per ha op melkveebedrijven in de Zandregio. In de Klei- en Veenregio is die emissie iets hoger. In de Klei- en Zandregio is de emissie uit de stal en mestopslag in 2018 iets toegenomen, maar in de Veen en Lössregio is het iets afgenomen. De emissie van het aanwenden van mest is toegenomen in de Klei- Löss-, en Zandregio en afgenomen in de Veenregio. In de Veenregio is de som van de emissies 31% van de totale afvoer van stikstof van melkveebedrijven. In de Zandregio is het aandeel van de som van de emissies in de totale afvoer kleiner, te weten 23%. Het overgrote deel van de afvoer wordt bepaald door de afvoer van dierlijke producten en organische mest.
Aanvoer van stikstof
Naast aanvoerposten in de bedrijfsnutriëntenboekhouding wordt in de bodemboekhouding rekening gehouden de aanvoer van stikstof door depositie, stikstofbinding door vlinderbloemige gewassen en (netto)mineralisatie op bedrijven met veen- en moerige gronden. Circa 13% van de totale aanvoer bestaat uit hiervoor genoemde aanvoerposten. Door de afname van de emissie van ammoniak neemt ook de stikstofaanvoer door depositie af. In de periode 2002-2018 is deze afname ongeveer 10 kg stikstofaanvoer per ha. Een constante aanvoer van ongeveer 8 kg stikstof per ha is afkomstig uit stikstofbinding door vlinderbloemige gewassen. Op melkveebedrijven in de Veenregio is de stikstofaanvoer door (netto)mineralisatie van organische bodems gemiddeld zo’n 85-90 kg per ha. De gemiddelde mineralisatie per ha cultuurgrond neemt af, doordat het aandeel veengrond op melkveebedrijven in de Veenregio is gedaald. In de andere grondsoortregio’s speelt de mineralisatie niet of nauwelijks een rol.