De resultaten van een praktijkonderzoek naar de effecten van verschillende soorten organische mest op de stikstofkringloop, stikstofemissie naar water en lucht, en stikstof en de bodemgezondheid zijn bekend. Deze zijn afgelopen 30 juni gepresenteerd aan de deelnemende Drentse, Friese en Groningse melkveehouders in hotel Van der Valk Groningen/Hoogkerk.
Kansrijke bondgenoot
De bodembiologie blijkt een nuttige en kansrijke bondgenoot te zijn voor agrariërs als onderdeel in het oplossen van de stikstofproblematiek en het verbeteren van de bodemgezondheid. In een gezamenlijke opdracht van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe -in samenwerking met FrieslandCampina- is door Bioclear earth een praktijkonderzoek uitgevoerd op melkveebedrijven in Groningen, Friesland en Drenthe.
Hierbij is gekeken naar de effecten van verschillende soorten organische mest en de manier van toediening op de stikstofkringloop, stikstofemissies naar water en lucht en de bodemgezondheid.
Effecten van bemesting
De resultaten laten zien dat de manier van mesttoediening grote effecten heeft op het bodemleven en de stikstofhuishouding en zijn aanleiding om de effecten van bemesting op grotere schaal te onderzoeken. Dit kan boeren nieuwe handelingsperspectieven geven om stikstofemissies te reduceren en kunstmestgebruik te verminderen, zonder verlies van opbrengsten. Mest speelt een zeer belangrijke rol in de stikstofkringloop: het is een bron van stikstof voor gewassen, maar is ook verantwoordelijk voor ongewenste uitstoot van ammoniak en voor de uitspoeling van nitraten naar het grondwater.
Handelingsperspectieven
Uit de resultaten van dit onderzoek komen meerdere handelingsperspectieven voor agrariërs naar voren. Zo blijkt dat bij bovengronds bemesten met drijf- of vaste mest, de bodem minder kunstmest nodig heeft en de kans op uitspoeling van nitraat wordt verlaagd.
Daarnaast blijkt dat bovengronds bemesten een positieve invloed heeft op schimmels en bacteriën die gelinkt zijn aan gewasgezondheid en droogtebestendigheid. Door steeds vaker voorkomende droogteperiodes zijn deze soorten belangrijk voor klimaatbestendig werken. Bovengronds bemesten heeft ook een positief effect op de populatie rode wormen, die voedingsstoffen beschikbaar maken en de bodemstructuur verbeteren. Rode wormen zijn een belangrijke voedingsbron voor weidevogels.
Digestaat
Een alternatief voor drijfmest is om dit te vergisten tot biogas in een mestvergister en het resterende digestaat toe te passen als meststof. Uit de resultaten van dit project blijkt dat het toepassen van digestaat als meststof niet zorgt voor meer ziekteverwekkers dan de andere bemestingsvormen. De microbiologische biodiversiteit is gelijk aan of zelfs hoger bij percelen die worden bemest met digestaat. Na de eerste bemesting neemt het aandeel plantengroei-bevorderende schimmels als enige toe in de digestaatpercelen. Digestaat heeft dus een positief effect op een belangrijke schimmelgroep.
Bron: Bioclear Earth