Agrariërs, WUR, LLTB, Provincie Limburg en Waterschap Limburg hebben de afgelopen drie jaar gezamenlijk praktijkproeven uitgevoerd om extra water vast te kunnen houden op landbouwpercelen in Zuid-Limburg. De resultaten van het afgelopen jaar zijn, net als die in de jaren ervoor, positief.
Er blijken op verschillende vlakken en teelten nog mogelijkheden om extra water vast te houden. Agrariërs zijn zich er bovendien steeds meer van bewust dat door het (net) even anders te doen oplossingen ontstaan die kunnen helpen om waterafstroming te beperken.
De praktijkproeven zijn bij een aantal agrariërs in Zuid-Limburg uitgevoerd. In 2019, 2020 en 2021 waren dat 16 verschillende maatregelen. Enkele maatregelen zijn meerdere jaren beproefd. Deze praktijkproeven hebben plaatsgevonden parallel aan en deels gekoppeld met verdiepend onderzoek op de proefboerderij Wijnandsrade. Ze zijn begeleid vanuit Wageningen University & Research (WUR).
Inspanningen leveren resultaat
Josette Van Wersch, bestuurder bij Waterschap Limburg: ‘Het is mooi om te zien dat steeds meer agrariërs ervan overtuigd raken dat maatregelen nemen op hun percelen echt bijdraagt en waarmee ze nog iets extra’s kunnen toevoegen aan hun omgeving. De proeven van 2021 laten dat nog eens goed zien. En dat is hard nodig, want als waterschap kunnen wij de wateroverlast niet alleen oplossen. Onze inspanningen leveren nu echt resultaat en daar ben ik heel blij mee.’
Peter van Dijck, portefeuillehouder Water van de LLTB beaamt dit. ‘Je moet water zoveel mogelijk vasthouden waar het valt. Dat geldt voor ons, voor de natuur en ook voor het stedelijk gebied. Ik ben trots op de inzet en het getoonde enthousiasme van de deelnemende agrariërs en ook dat de groep agrariërs die deelneemt en meedenkt nog steeds groeit.’
Resultaten maisteelt
Maisteelt is met name in het voorjaar gevoelig voor waterafstroming. Op basis van positieve ervaringen in 2020 hebben negen telers afgelopen seizoen de mogelijkheden van ruitzaaien (rijafstand 37,5 cm) van mais verkend in het Heuvelland. Net zoals in 2020 hebben de maistelers ervaren dat er bij ruitzaai minder waterafstroming plaatsvindt. In de proef op Proefboerderij Wijnandsrade, waarbij waterhoeveelheden zijn gemeten, is dit bevestigd. Gemiddeld was er ruim 60 procent minder afstroming vastgesteld bij de ruitzaai in vergelijking met de 75 cm zaai. Bij de teelt op 50 cm rijafstand was ook al bijna 50 procent minder afstroming vastgesteld. Door rietzwenk onderzaai is bij alle teeltmethoden de grootste winst geboekt: tot 75-80 procent minder afstroming per neerslagperiode
Resultaten uienteelt
In 2020 viel het op dat met name in en vanaf uienpercelen er regelmatig wateroverlast optrad. Met
een groep uientelers is gekeken naar deze teelt en de inrichting van het perceel. Door bijvoorbeeld al
bewust de oprit aan de ‘onderkant’ van het perceel te verleggen naar de ‘bovenkant’ werd afstroming van het perceel gereduceerd. Het gaat hier met name om afstroming via de rij- en spuitsporen. Het water krijgt dan namelijk tijd van infiltratie bij de perceelrand, die nu wel begroeid blijft en daarmee als de natuurlijke barrière fungeert.
Opvallend was het effect van het aanbrengen van onverhakseld stro in de spuitsporen. Hiervoor is er wel nog aandacht nodig van techniek om het te kunnen toepassen. In de proefopstelling was het nu nog handmatig aangebracht. Een andere maatregel is het meezaaien van gerst bij de hoofdgrondbewerking. Een maatregel die veelvuldig gebruikt wordt op zandpercelen voor winderosie. De meegezaaide gerst kiemt en groeit sneller dan de ui waardoor deze afstromend water kan remmen. Daarmee is er sneller/meer organisch materiaal in de bovenlaag op het moment dat de ui nog zeer beperkt is in omvang.
Resultaten aardappelteelt
Aardappeldrempels en het verruigen van aardappelruggen werden voor het derde jaar beproefd. Het
levert ruim 5 mm extra waterberging op. Je kunt hiermee dus een betere waterinfiltratie in de
bodem realiseren. Ook dit jaar werd een meeropbrengst gemeten tot drie procent afhankelijk van het type drempel en tot acht procent bij combinatie met toepassing van verruigde rugopbouw middels ‘gitterrollen’.
Aandacht voor de bodem en goed bodembeheer speelt als een rode draad door alle maatregelen
heen. Een goed uitgevoerde niet kerende grondbewerking met een voldoende grof zaaibed, indien
het betreffende gewas dit toelaat, is daarbij de basis. Ook het inpassen van een geslaagde
groenbemester is belangrijk voor het creëren van voldoende waterinfiltratiecapaciteit. Uit metingen
blijkt dat een goed beheerde bodem in staat is veel water te bergen. Bij buien van circa 35 tot 40 mm
bleek dat er maar 4 mm per m2 afstroomt. Van deze 4 mm is er door toepassen van extra
maatregelen, zoals drempels tussen aardappelruggen of toepassen van ruitzaai bij mais, circa de helft
van het afstromend water extra te bergen.
Video’s
Over diverse maatregelen en mogelijkheden om bewust met water om te gaan op het perceel, zijn video’s gemaakt, waarin verschillende betrokkenen hun aanpak en resultaten toelichten. Deze video’s zijn te vinden op de website van het Waterschap.
Stimuleringsregeling
Om deze en andere maatregelen te stimuleren heeft Waterschap Limburg een stimuleringsregeling
opgezet. De regeling heeft betrekking op teeltseizoen 2022 en aanvragen kunnen nog gedaan
worden tot en met 31 mei 2022 afhankelijk van de maatregelen die men kiest. Sommige maatregelen
zijn door de uiterste aanlegdatum niet meer mogelijk. Maatregelen zoals een speciale
groenbemester zaaien of het doorzaaien van grasland kunnen wel nog aangevraagd worden. Kijk
voor alle maatregelen die in aanmerking komen voor een stimulering op de website van het Waterschap.
Bron: LLTB