Zoals in vele gevallen in de landbouw zijn agrarische ondernemers zoekende naar extra inkomsten bij hun bedrijf. Een alternatief verdienmodel, naast het huidige bedrijf, kan een zorgboerderij zijn. Deze zijn er in allerlei varianten: van grootschalige zorgeenheden, waarbij de boerderij haast ondergeschikt is aan de zorg tak, tot aan kleinschalige zorginitiatieven. De zorgbehoevende krijgt dan een meeloopfunctie binnen het bedrijf.
“Wie denkt goed te boeren als zorgboer, moet er zeker niet aan beginnen”, stelt Marrytha Reijne, medewerker financieel management bij DLV Advies. “Van een kleinschalige zorgboerderij wordt je niet rijk, maar voldoening geeft het wel. Het kan een mooie aanvulling op het inkomen zijn en een gedeeltelijke invulling van de arbeidsbesteding. Op grotere zorgboerderijen is dit overigens anders, dan spreken we over een serieus verdienmodel. Maar te allen tijde moet de passie en ambitie, naast het boeren, ook in de zorg liggen.”
Welke mensen kunnen bij zorgboerderijen terecht?
Bij een zorgboerderij denk je al snel aan een grootschalige onderneming voor mensen met een chronische beperking of ouderenzorg. Echter een kleinschalig zorginitiatief is eveneens mogelijk. Ook mensen met een burn-out, een verslavingsachtergrond of met een achterstand in de arbeidersmarkt en willen re-integreren, kunnen op deze wijze goed op weg worden geholpen. “Als initiatiefnemer dien je dan ook eerst je doelgroep af te bakeren”, zegt Gerben Schrijver, adviseur mest & mineralen bij DLV Advies.
“Met welke doelgroep heb je de meeste affiniteit? Richt je je op jongeren of juist ouderen? Wil je zorg bieden aan een grotere groep of zie je meer potentie in persoonlijke begeleiding?” Marrytha beaamt dit: “Bij het bepalen van je doelgroep(en) zal er gekeken moeten worden naar beschikbare ruimtes en dat deze optimaal benut kunnen worden. Wil je bijvoorbeeld een permanente verblijfplaats aanbieden of zie je meer in een dagbesteding en zijn er voor de betrokkenen voldoende zinvolle activiteiten/werkzaamheden? Zo zal het dagprogramma afgestemd moeten worden op de leer- of ontwikkelingsbehoefte van de hulpboeren. Maar bovenal belangrijk is de verwantschap en binding met de zorgbehoevenden.”
Geen specifieke eisen
Opgegroeid op een gemengd melkvee en akkerbouwbedrijf, waar naast de gebruikelijke werkzaamheden, eveneens zorg werd geboden aan ‘kinderen met een rugzakje’, weet Marrytha uit eigen ervaring hoe belangrijk die binding is.
“Qua opleidingen zijn er geen specifieke eisen om een zorgboerderij te starten. Vanzelfsprekend dient de kwaliteit van de zorg wel gewaarborgd te zijn. Daarom is, naast een vereiste EHBO-diploma en BHV certificaat, ervaring in de zorg een pré en affiniteit een absolute must”, aldus Marrytha. Gerben vult aan: “Wanneer de doelgroep is bepaald en de juiste locatie en activiteiten aanwezig zijn, kan er gekeken worden naar het verdienmodel die wordt onderbouwd, samen met de subsidiemogelijkheden en inzage in risico’s, in het ondernemings- of financieel plan.”
Het verdienmodel
“Voor het grote geld moet je het niet doen. Toch zit er aan deze vorm van ondernemen zeker wel een verdienmodel”, zegt Gerben. “Extra handen maken licht werk. De zorg die je daarvoor teruggeeft, kan (gedeeltelijk) worden terugverdiend in verschillende vergoedingen.” Deze financieringen in dagbesteding, begeleiding en wonen kan via Zorg in Natura (ZIN)* en Persoonsgebonden Budget (PGB) bij de gemeente worden aangevraagd.
De gemeente verleend de vergoeding vanuit een indicatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Jeugdzorg. Daarnaast zijn er vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) ook indicaties voor dagbesteding, begeleiding en wonen. Financiering van re-integratie komt van het UWV of eveneens vanuit de gemeenten. Marrytha: “Als zorgboer dien je dus met de gemeente een overeenkomst te hebben. Daarom is een financieel plan ook essentieel bij de aanvraag hiervoor. Je hebt een duidelijke onderbouwing van je plannen en de daarbij behorende inzichten en risico’s. Het verkrijgen van een geschikte subsidie, maar ook een financiering’ verloopt dan sneller.”
Bron: DLV Advies