Bij de teelt van snijmais op gescheurd grasland hoeft er bij tijdig onderwerken van een graslandzode van drie jaar of ouder naast een stikstofbemesting in de rij geen extra stikstofbemesting gegeven te worden. Ook de drijfmestgift kan achterwege gelaten worden. Er komt voldoende stikstof vrij bij vertering van de zode. Wel is een rijenbemesting geadviseerd.
Met de rijenbemesting geef je niet alleen gemakkelijk beschikbare stikstof voor de start van de groei. Ook andere essentiële nutriënten zoals zwavel en borium verstrek je op deze manier.
Mais zaaien op gescheurd grasland
Ga je grasland scheuren om mais te zaaien dan is ook daar het advies om op tijd, vóór april, de zode te vernietigen. Ook hier is tijdig kapot maken van belang om de vertering van de zode op tijd te laten beginnen. Het vernietigen van de zode kan prima mechanisch bij een lage onkruiddruk en als er geen kweek of andere lastige onkruiden in het perceel voorkomen.
Indien er wel kweek of andere lastige onkruiden aanwezig zijn is het advies om de zode (pleksgewijs) te vernietigen met glyfosaat. Wanneer je glyfosaat toepast is het advies om de zode tijdig onder te werken!
Denk aan de kalivoorziening
Een goed gewas mais onttrekt ruim 240 kg kali per hectare. Kalium is van belang voor de stevigheid van de plant en speelt een rol bij de vochtvoorziening van de plant. Normaal gesproken is drijfmest de grootste aanvoerpost van kalium. Dat betekent dat een bemesting met kali in alle gevallen noodzakelijk is.
Bron: Agrifirm