In een brief aan de Kamer kondigt minister Schouten managementmaatregelen voor het behalen van sectorale stikstofvoorstellen voor de melkveehouderij aan. De maatregelen sluiten aan op een onderdeel van de voorstellen van de Coalitie Toekomstgerichte Melkveehouderij. Voor LTO Nederland is dat een belangrijke stap, maar nog niet genoeg. De coalitie heeft een integrale aanpak van structuurversterking en stal- en managementmaatregelen voorgesteld, mét de bijbehorende financiering. Daarover moeten in de formatie nog afspraken worden gemaakt. De minister geeft aan dat het kabinet op de plannen van de coalitie wil voortbouwen.
Stikstofopgave economische sectoren Nederland
Er ligt een stikstofopgave voor alle economische sectoren in Nederland. De depositie op kwetsbare natuur moet omlaag om vergunningverlening, en dus ontwikkeling, weer mogelijk te maken en om aan natuurbeschermingsverplichtingen te voldoen. Ook zit de melkveehouderij, afhankelijk van de rekenmethode, net boven of net onder het sectorplafond voor stikstofexcretie: een riskante positie. Om niet steeds tegen grenzen aan te lopen, zijn de managementmaatregelen een goede eerste stap om aan de uitstoot van de sector te werken.
“Onze voorstellen bieden ruimte voor het ondernemerschap en vakmanschap van melkveehouders, en daarmee perspectief voor de toekomst. Wij gaan uit van doelstellingen voor de sector in zijn geheel, in plaats van detailregelgeving die knelt op het erf. Wij vragen het ministerie om een aanpak die boeren helpt om de doelstellingen samen te behalen, om te voorkomen dat we worden geconfronteerd met bijvoorbeeld een nieuwe flop van een krachtvoerregeling zoals vorig jaar,” zegt Wil Meulenbroeks, voorzitter vakgroep Melkveehouderij bij LTO Nederland. “Met deze voorstellen voor alleen managementmaatregelen zijn we er dus nog niet. Deze zijn nog te weinig samenhangend met de aanpak die de Coalitie Toekomstgerichte Melkveehouderij heeft voorgesteld – mét financiering. Dat is dus nog een taak voor de formerende partijen.”
Minder eiwit voeren, meer weidegang, water bij de mest
De minister schrijft dat het melkveerantsoen in 2025 maximaal 160 gram ruw eiwit per kilo mag bevatten. Ook wil zij in 2023 gemiddeld 180 uur extra weidegang op sectorniveau bereiken en moet in 2025 de helft van de mest die met een zodenbemester in grasland op zandgrond wordt uitgereden verdund zijn in een verhouding 2:1 (2 delen mest op 1 deel water). De doelstellingen voor de drie maatregelen gelden op sectorniveau; waarbij individuele melkveehouders zelf kiezen welke maatregel zij in welke mate toepassen. Met de maatregelen wordt vanaf 2025 zo’n 4,6 tot 5,2 kton ammoniak per jaar gereduceerd. Dit komt neer op een vermindering van 9 à 10% van de ammoniakemissie uit de melkveehouderij.
“Samen met NAJK, Biohuis, BoerenNatuur en Netwerk GRONDig, Nevedi en Cumela hebben we besloten verantwoordelijkheid te nemen en invulling te gaan geven aan deze sectorale maatregelen. LTO vindt dat deze onderdeel moeten zijn van de mix van maatregelen die boeren zelf kunnen nemen. We moeten vooruit. Omdat stikstofreductie noodzakelijk is om ontwikkeling mogelijk te maken en ondernemers perspectief te bieden, omdat de kop in het zand steken de problemen niet laat verdwijnen en omdat we met deze aanpak zelf invulling kunnen geven aan doelen om zo grip te houden op de maatregelen die we op het bedrijf kunnen nemen,” aldus Meulenbroeks.
Formatie melkveehouderij
Met de Coalitie Toekomstgerichte Melkveehouderij laat de melkveehouderijsector zien dat met een integrale aanpak van bewezen en beschikbare technieken bijna 30% ammoniakreductie kan worden behaald. Dat plan past in de ‘Duurzaam Evenwicht’, het voorstel dat LTO Nederland onlangs met ondernemers-, bouw-, en natuurbeschermingsorganisaties deed om de stikstofuitstoot versneld te reduceren. Met het voorstel zijn piekbelasters in alle economische sectoren geholpen; door naast brede innovatie ook vrijwillige verplaatsing en vrijwillige opkoop voor te stellen. Zo is 40% reductie in 2030 haalbaar, mits de overheid daar 1,7 miljard euro per jaar in investeert. Dat moet in het komende Regeerakkoord en de begroting van 2022 geregeld worden.
Bron: LTO Nederland