Sinds enkele jaren maakt Nederland lange periodes van droogte door. Dit heeft grote gevolgen voor de landbouw, zeker in gebieden als Zeeland. De droogte leidt tot lagere opbrengsten en verdere verzilting. In landen als Spanje en Portugal is de landbouw gewend aan extreme droogte en zijn maatregelen ontwikkeld. Ook in Zeeland zijn telers steeds vaker bezig met het vraagstuk.
In het onderzoek ‘Klimaatadaptatie: leren van binnen- en buitenland’ heeft CLM in opdracht van de provincie Zeeland lessen uit Zuid-Europa en Zeeland op een rij gezet. Samen met jonge Zeeuwse agrariërs nam CLM diverse maatregelen, zoals bodemverbetering en wateropslag, onder de loep. Het rapport beschrijft hoe telers beter bestand kunnen worden tegen de gevolgen van klimaatverandering.
Zuid-Europese lessen voor droogte en landbouw
Spaanse en Portugese agrariërs en onderzoekers werken al meer dan 50 jaar aan het vraagstuk van watertekort en kunnen een goede bron van inspiratie zijn voor Nederland. CLM projectleider Marije Hoogendoorn:
“Zelf ben ik opgegroeid in Portugal. Op de basisschool leerden we al dat waterbesparing cruciaal is, ook voor de landbouw. Het zit daar in de genen.”
Waterbesparing, bodembeheer en wateropslag vormen de kern van de Zuid-Europese aanpak. Opvallend is dat alle provincies en buurlanden samen werken aan een robuust watermanagementsysteem en eerlijke verdeling, waarbij veel aandacht is voor opslag en transport, ook naar droge gebieden. Matthijs Bartels (ZAJK):
“Zeker leerzaam om ervaringen uit deze landen te horen. Niet alles is zo maar toepasbaar in Zeeland, maar we zien dat gebrek aan (zoet) water een groeiend probleem vormt en we staan zeker open om te leren van anderen”
Maatregelen voor telers
De Zeeuwse telers kunnen zelf diverse maatregelen nemen om water vast te houden, te besparen of op te slaan, waarbij de kosten wel een uitdaging kunnen vormen. Ook kan langdurige droogte soms moeilijk op bedrijfsniveau worden opgelost. In het onderzoek zijn telers uit Zeeland en Zuid-Europa geïnterviewd over wat zij doen om water te besparen en toch een goede opbrengst te behouden in droge jaren. De meest interessante maatregelen zijn door jonge agrariërs van de ZAJK gescoord op 3 niveaus: (1) direct in te zetten, (2) meer praktijkvoorbeelden nodig en (3) meer onderzoek nodig naar haalbaarheid. Naast de bekende maatregelen als goed bodembeheer en verhogen van organisch stof scoort ook het opslaan van water hoog. Hoogendoorn:
“Vooral in combinatie met drijvende zonnepanelen zien we hier goede mogelijkheden.”
Ziekten en plagen van de toekomst
Naast droogte kan klimaatverandering ook een verschuiving van ziekten en plagen met zich meebrengen. Bestaande plagen kunnen in de toekomst een groter probleem vormen, zoals de bietenmot, die gedijt in warme, droge zomers. Ook kunnen nieuwe plagen zich vestigen. Een voorbeeld is de dwergcicade, die aardappelziekte Candidatus Phytoplasma solani kan overbrengen. Een goede monitoring en geïntegreerde plaagbestrijding zijn essentieel om (nieuwe) ziekten en plagen onder controle te houden.
Bron: CLM Onderzoek