Door een relatief koude april maand is de groei van de eerste snede later op gang gekomen dan we de laatste jaren gewend waren. Bij een latere oogst van de eerste snede, wordt de groeiperiode richting de tweede snede korter.
De tweede snede moet namelijk geoogst worden voordat het gras in de aar schiet. Afhankelijk van de rassen in het grassenbestand, bloeit gras altijd ergens tussen 20 mei en 10 juni.
Het is belangrijk om rond dit bloeistadium niet te lang te wachten met maaien en oogsten van de tweede snede. Als het gras volledig in de aar schiet, gaat de voederwaarde hard achteruit. Je verliest dan zomaar 100 tot 150 VEM per kilogram drogestof. Het gewas gaat “verhouten”, doordat het lignine aandeel hoger wordt. Lignine, ook wel houtstof genoemd, is niet fermenteerbaar voor de koe en zorgt ervoor dat de verteerbaarheid van de NDF vermindert. Wanneer het gras gaat bloeien lever je dus flink in op kwaliteit.
Het is de kunst om de bloeistengel uit het gras te maaien vlak voordat deze in zijn geheel zichtbaar wordt. Daarmee voorkom je ook dat de bloei terugkomt in de volgende snede.
Mijn adviezen voor de tweede snede:
- Ga regelmatig het land in. Als beginnende zaadstengels voelbaar zijn à maaien!
- Houd de veldperiode kort, omdat het gewas stengeliger is. Probeer binnen een dag na maaien in te kuilen.
- Kuil niet te droog in (35-40% drogestof)
- Houd een kortere haksellengte aan (2-3 cm) voor betere verdichting en minder selectie aan het voerhek.
De groeiperiode tussen de eerste en tweede snede is dus wellicht korter dan in andere jaren. Houd hier ook rekening mee met de bemesting:
- Bemest op maat
- Houd rekening met nawerking van eerdere mestgiften
- Verdun de drijfmest voor snellere beschikbaarheid
Meer advies nodig? Neem contact op met één van onze rundvee- of ruwvoerspecialisten.