De grutto is de nationale weidevogel, zegt Pieter Winsemius die zich sterk maakt voor deze bedreigde vogel. Want het gaat niet goed met de grutto. Het aantal broedparen is sinds 1990 gedaald van 100.000 naar 35.000. Een aanvalsplan grutto moet die neerwaartse trend stoppen.
In 1970 waren er nog 120.000 broedparen van de grutto, in 1990 waren dat er 100.000. Sindsdien is het aantal broedparen sterk achteruitgaan. Nu zijn er nog 33.000. En als er geen verandering in het beleid plaatsvindt, zal dit aantal in vijf jaar tijd teruglopen naar 28.000. Uiteindelijk kan het gebeuren dat de beschermde vogelsoort vrijwel geheel uit ons land te verdwijnt.
Aanvalsplan Grutto
Om het tij te keren hebben verschillende organisaties als It Fryske Gea, de Friese Milieu Federatie en Vogelbescherming Nederland een Aanvalsplan Grutto opgesteld. Oud-minister Pieter Winsemius heeft dit plan op 19 november overhandigt aan landbouwminister Carola Schouten.
Kansgebieden
De grutto is het waard behouden te worden, vindt Winsemius. De soort staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels en is te beschouwen als de nationale weidevogel. Maar liefst 85% van de wereldpopulatie broedt in Nederland. Omdat de grutto als weidevogel gebonden is aan boerenland – ‘De grutto en andere weidevogels kunnen niet zonder boeren’ zegt Winsemius – moet je boeren zover krijgen dat ze maatregelen nemen die de grutto vooruit kunnen helpen.
Waar focust Aanvalsplan Grutto op?
In het aanvalsplan worden verschillende mogelijkheden genoemd. Het plan richt de aandacht op een aantal kerngebieden die belangrijk zijn voor de grutto. Dat zijn gebieden waar de gruttodichtheid groot is en de omstandigheden kansrijk zijn voor het behoud van de grutto. In het plan zijn kansgebieden benoemd die je vooral vindt in de weidevogelprovincies: Friesland, Noord Holland, Zuid Holland, Utrecht, Groningen en Overijssel. Wil je de kansen voor de grutto versterken, dan zouden die gebieden minimaal 1000 hectare groot moeten zijn, waarvan 200 hectare geschikt is als weidevogelreservaat.
Financiering
In die kansgebieden moet je maatregelen nemen zoals extensivering van de veehouderij, verhoging van het grondwaterpeil en predatorenbeheer. In het plan is genoemd dat de veebezetting terug moet van 2,5 naar 1 koe per hectare. Het grondwaterpeil zouden we moeten verhogen naar maximaal 10 tot 20 centimeter onder het maaiveld. Er mag geen injectie van drijfmest plaatsvinden en er moet een actief beheer van predatoren als buizerds, ooivaars, hermelijnen en katten komen.
Melkprijs omhoog, waterschapslasten omlaag
Omdat de veehouderij extensiever moet, is het zaak te zorgen dat dit wel financieel mogelijk is. In het plan worden ideeën geopperd om die extensivering te financieren door de verkoop van fosfaatrechten, inzet van stikstofgelden en inzet van de gelden voor het opzetten van waterpeil of een vergoeding voor CO₂-opslag. Daarnaast zouden de waterschapslasten voor veehouders, nu zo’n € 100 per hectare, in die gebieden naar beneden moeten en zou de melkprijs met 2 cent per kg moeten worden verhoogd, zodat het inkomen van de veehouder stijgt.
Bron: Groen Kennisnet